Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1888
(1888)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 195]
| |
Zitting van 16 Augustus 1888.Aanwezig de heeren Jhr. Nap. de Pauw, bestuurder, J. de Laet, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige Secretaris; de heeren H. Claeys, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, L. Roersch, A. Snieders, E. Stroobant, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, G. Dodd, werkende leden; de heeren K. de Flou en H. Sermon, briefwisselende leden; de heeren J. Obrie, werkend lid, J. Bols, J. Broeckaert, L. Delgeur, L. Schuermans en E. van Even, briefwisselende leden, laten weten dat het hun onmogelijk is de zitting bij te wonen. | |
Aangeboden boeken.Vanwege het Staatsbestuur: Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts. 1888, nrs 5 en 6.
Van den heer S. Daems, werkend lid: Maria-Almanak voor 1880, 1882, 1883, 1884, 1886, 1887, 1888.
Van de Fédération archéologique et historique de Belgique: | |
[pagina 196]
| |
Compte-rendu des travaux du Congrès, tenu à Bruges les 22, 23, 24 et 25 Août 1887, par Léon de Foere.
Van den heer Johan Winkler, buitenlandsch eerelid: Franjebûrren. Haarlem, 1888.
Van den heer Floris van Westervoort een afdruksel zijner drie tooneelstukken: Wouter en Dooreken. Minnespel in éen bedrijf; Harald en Hilda. Minnedrama in éen bedrijf; Graaf Koenraad von Zolre. Drama in drie bedrijven. Antwerpen, 1888.
Van den heer Dr. Isidoor Bauwens, letterkundige te Aalst: Geschiedenis en beschrijving der lijkbehandeling en rouwplechtigheden bij de meeste volken. Brussel, 1888. Iwein van Aalst. Geschiedkundig verhaal. Aalst, 1886. Iweinslied. Gent, 1886. De l'iode et de l'ergotine d'yvon dans le goître. Brussel, 1884. Herinnering der Huldebetooging aan den heer V. van Wambeke, Voorzitter der Koninklijke Harmonie ‘Al groeiend bloeiend’. Aalst, 1886.
Van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam: Verslagen en Mededeelingen. Afdeeling Letter- | |
[pagina 197]
| |
kunde. Derde reeks. Eerste, tweede en derde deel. Amsterdam, 1884, 1885, 1887.
Van Eugeen Schnell, archiefraad van den Prins van Hohenzollern: Sanct Nicolaus. | |
Briefwisseling.De heer Felix Willems antwoordt uit Oudenaarde aan de Academie dat het grafmonument ter eere van zijnen vader, Jan-Frans Willems, te Sint-Amandsberg opgericht, bekostigd zijnde door middel eener openbare inteekening onder de voorstanders en vrienden der Vlaamsche letteren, deze waarschijnlijk zich verplicht zullen achten dat monument behoorlijk te onderhouden.
De Academie zal het antwoord afwachten van mevrouw de weduwe K.-L. Ledeganck aleer eene beslissing te nemen omtrent de dringend geworden herstelling van de praalgraven der beide onvergetelijke mannen. | |
Wedstrijden voor 1888.Zijn ingezonden:
In antwoord op de eerste vraag: Verhandeling over het gebruik der bijvoegende wijs in het Gotisch, Oud Friesch, Oud Saksisch en Oud Hoogduitsch. Kenspreuk: Germania.
In antwoord op de vierde vraag: 1. Lofrede op Hendrik Conscience. | |
[pagina 198]
| |
Kenspreuk: Weest gedankt, o Hendrik Conscience! 2. Hendrik Conscience. Kenspreuk: Conscience en het Vlaamsche Volk.
In antwoord op de vijfde vraag: De Belgische Taalwetten van 1873, 1878 en 1883, door de geschiedenis, de handelingen der Kamers en de rechtspraak toegelicht. Met een critisch overzicht der vorige wetgeving en practische aanteekeningen op de wet van 17 Augustus 1873 over het gebruik der Nederlandsche taal in strafzaken. Kenspreuk: Repos ailleurs! | |
Kiezing.De heer J. Broeckaert, briefwisselend lid, wordt gekozen tot werkend lid in vervanging van wijlen den heer Dr. J. Nolet de Brauwere van Steeland. | |
Benoeming der keurraden.Worden benoemd tot het beoordeelen van de verhandeling, ontvangen in antwoord op de eerste prijsvraag: de heeren Roersch, P. Willems en Gezelle. Tot beoordeeling der stukken, in antwoord op de vierde vraag: de heeren Snieders, Coopman en Génard. Tot beoordeeling der verhandeling in antwoord op de vijfde vraag: de heeren Obrie, de Laet en Coopman.
De Academie zet de beraadslaging voort over de voorstellen der heeren Coopman en de Potter, begonnen in de voorgaande zitting. | |
[pagina 199]
| |
Het tweede voorstel wordt aangenomen in dezen zin, dat de bloemlezing uitsluitelijk zijn zal uit werken van Zuid-Nederlandsche schrijvers en dichters der XVIIe en XVIIIe eeuw. Bij de aanvaarding van het derde voorstel wordt bepaald, dat er eene levensschets zal gegeven worden van al de bekende Nederlandsche schrijvers der zuidelijke provinciën, hieronder begrepen de meierij van 's-Hertogenbosch, Staats- en Fransch-Vlaanderen en Nederlandsch Limburg. De levensschets zal gepaard gaan met de beoordeeling der vermelde werken. Ook het vierde en het vijfde voorstel worden aangenomen. Betrekkelijk de Vlaamsche Bibliographie beslist de Academie dat deze het tijdvak zal bevatten van 1830 tot 1890, en daarna om de vijf of om de tien jaren zal voortgezet worden. De heer Micheels vraagt dat er bij de voorstellen gevoegd worde: de bewerking eener beknopte Geschiedenis der Nederlandsche taal. Hij geeft daarover eenige uitleggingen: 1o Wij bezitten tot heden geen werk van dien aard, terwijl Duitschland, Frankrijk en Engeland op verscheidene, waaronder eenige zelfs van groote waarde (als dat van Grimm), met recht mogen fier zijn. - 2o Het boek, voor de menigte geschreven, zou hoofdzakelijk tot het volgende moeten beperkt worden: een overzicht der veranderingen, welke de eigenlijke taalvormen - namelijk de deelen der rede, de woordvoeging, de beteekenis van woorden en uitdrukkingen - van | |
[pagina 200]
| |
Maerlant tot Bilderdijk, hebben ondergaan. Een paar bladzijden uit eenen dichter en eenen prozaschrijver van iedere eeuw zouden de theorie ophelderen. Tot toonbeeld kan dienen het boek van Dr van Helten: Vondels taal. Naar het oordeel eeniger leden zou dit voorstel toekomend jaar, bij de nieuwe prijsvragen, kunnen in aanmerking komen. De zitting eindigt te 4 1/2 uren. |
|