leden nemen daarbij de moeilijke taak op zich de wetenschappelijke waarde van de soms zeer lijvige ingestuurde werken te onderzoeken en hun oordeel in een gedetailleerd verslag te motiveren. Wanneer ik daarbij nog herinner aan de belangrijke lezingen die in de verschillende commissies worden gehouden en die in onze Verslagen en Mededelingen verschijnen, dan meen ik met recht te mogen beweren dat onze Academie, in soms moeilijke omstandigheden, als wetenschappelijke instelling een zeer belangrijke taak vervult.
Sedert onze laatste openbare vergadering konden twee door onze Academie als prijsvragen bekroonde werken worden gepubliceerd: ‘De studie van het Gotisch in de Nederlanden’, door dr. R. Van de Velde, en ‘Het vers van Jonker Jan Van der Noot’ door Eerwaarde Broeder F. De Schutter. Andere werken zijn nog ter perse.
Met dankbaarheid heeft onze Academie, ten bate van de L. Baekelmansprijs, 40.000 fr. ontvangen, die werden geschonken door het comité dat gezorgd heeft voor een gedenkteken op het graf van ons medelid L. Baekelmans. Voor de regelmatige jaarlijkse aanvulling van de L. Baekelmansprijs met 5.000 fr. danken wij zeer oprecht mevrouw Van Puymbrouck-Resseler.
Wie de aktiviteit van onze Academie in de laatste maanden overschouwt, zal spoedig merken dat ons genootschap in die periode duidelijk belangstelling heeft getoond voor aktuele problemen. Daar was gebleken dat voor universitaire begrippen in Vlaanderen termen worden gebruikt die niet korrekt Nederlands zijn of geen overeenstemmende betekenis hebben, werd in twee vergaderingen gepoogd een korrekte universitaire terminologie vast te leggen. Inleider van die besprekingen was de heer J.L. Pauwels, van wiens hand over korte tijd de brochure ‘Universitaire terminologie’ zal verschijnen. Het ligt in de bedoeling van onze Academie deze belangrijke studie in de universitaire milieus te verspreiden en zo een bijdrage te leveren tot het vastleggen van korrekt taalgebruik in Vlaams-België.
De belangstelling voor aktuele problemen is niet alleen tot uiting gekomen in een motie waarin onze Academie de nodige omzichtigheid vraagt bij het invoeren van bepaalde vormen van taalgebruik in het onderwijs, maar ook en vooral door de houding die onze Academie heeft aangenomen tegenover de voorstellen die werden gemaakt door de Nederlands-Belgische Commissie