Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1964
(1964)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
Woorden op -atie en -ering in het Nederlands
| |
[pagina 204]
| |
betering’ haar weg heeft gevonden naar de Zuidnederlandse bladen in Verschuerens Modern Woordenboek (de vroegere drukken) en naar Heidbuchels ABN-WoordenboekGa naar voetnoot(1). Dit -atie/-ering-probleempje is voor mij een aanleiding geweest om de afgeleide woorden van dat type, die men in het moderne Nederlands vrij overvloedig aantreft, even nader te bekijken. Kunnen bij alle werkwoorden op -eren afleidingen op -atie en (of) -ering worden gevormd? Welke afleiding komt meest voor? Is er betekenisonderscheid tussen de twee soorten van afleidingen? | |
IBij vrij veel werkwoorden op -eren vindt men geen afgeleide substantieven op -atie of -ering, noch in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal, noch in Van Dale, b.v. assisteren, assorteren, atrofiëren, attraperen, avanceren, alcoholiseren, balanceren, balotteren, barricaderen, bouderen, brevetteren, brutaliseren, bruuskeren, debarkeren, decimeren, definiëren, defileren, deponeren, calqueren, camoufleren, canneleren, caramboleren, chicaneren, coïncideren, collationeren, collecteren, colporteren, compareren, competeren, complimenteren, concerteren, componeren, concipiëren, concluderen, condoleren, confereren, constitueren, construeren, contrasteren, contribueren, controleren, conveniëren, convergeren, couperen, crediteren, creperen, cureren, cyclostyleren, decalqueren, declasseren, decreteren, desinfecteren, discussiëren, doctoreren enz. enz.Ga naar voetnoot(2). Bij verreweg de meeste van deze werkwoorden ontbreken de afleidingen op -atie of -ering om een van de volgende twee redenen: 1. omdat er andere afleidingen (uit het Frans, al of niet aangepast) naast staan, b.v. ballottage, assortiment, assistentie, camouflage, cannelure, coïncidentie, colportage, comparitie, competitie, conclusie, condoleantie, constitutie, constructie, debarkement enz.; 2. omdat de werkwoorden zelf afleidingen zijn van substantieven, die vaak nieuwe afleidingen overbodig maken, b.v. barricade, avance, atrofie, collecte, | |
[pagina 205]
| |
compliment, concert, contrast, controle, credit, decreet, discussie enz. Al honoreren de Woordenlijst en Van Dale de afleidingen op -ering niet, toch kunnen we ze aantreffen in teksten. Het niet vermelde kwotering b.v. heb ik al vaak gelezen. Gewoon lijken me creditering, alcoholisering, brutalisering, collationering, complimentering. Mogelijk zijn m.i. atrofiëring, bruuskering, decimering, desinfectering... Daar -ing een produktief Nederlands suffix is, zijn deze afleidingen theoretisch zo goed als altijd mogelijk, praktisch echter niet. Van Dale geeft meer afleidingen dan de Woordenlijst. Aldus treffen we aan in Van Dale, niet in de Woordenlijst: 1. op -atie: calculatie, castigatie, coagulatie, coöptatie (hiernaast staan de Latijnse woorden calculatio, castigatio, en de Franse coagulation, cooptation); 2. op -ering: activering, concretisering, cultivering, creosotering, declassering, democratisering. De meeste van deze afleidingen zijn zeer gebruikelijk. | |
IIZelden worden beide afleidingen in de woordenboeken gehonoreerd. Mij zijn bekend: accentuatie - accentuering; acclimatisatie - acclimatiseringGa naar voetnoot(1); demilitarisatieGa naar voetnoot(1) - demilitariseringGa naar voetnoot(2); differentiatie - differentiëring; incassatieGa naar voetnoot(1) - incasseringGa naar voetnoot(3); nationalisatie - nationaliseringGa naar voetnoot(1); socialisatie - socialisering; standaardisatie - standaardiseringGa naar voetnoot(1). Verder wijzen we op de technische fonetische termen: gutturalisatie - gutturalisering; labialisatie - labialisering; medialisatie - medialisering; nasalisatie - nasalisering; palatalisatie - palatalisering; velarisatie - velarisering. Van al deze termen vindt men er slechts twee bij Van Dale: palatalisering en velarisering. Het werkwoord nasaliseren is ongewoon; de Woordenlijst en Van Dale kennen alleen nasaleren, waarbij alleen nasalering voorkomt. Ook mouilleren heeft als afleiding alleen mouillering. [Nasalatie] en [mouillatie] lijken ons niet mogelijk, eenvoudig omdat de ermee overeenstemmende afleidingen op -ation in het Frans ontbreken. | |
[pagina 206]
| |
IIIBijna altijd wordt in de woordenboeken slechts één afgeleid substantief opgegeven bij de werkwoorden op -eren: meestal is het dat op -atie, vrij zelden dat op -ering. 1. Alleen de afleiding op -ering wordt gehonoreerdGa naar voetnoot(1): annulering, arcering, boetsering, completering, constatering, contingentering, creolisering, cursivering, datering, detaillering, diftongering, discontering, drainering, endossering, enscenering, reclassering, syncopering; ook pluralisering (niet in de Wl.). Hierbij merken we op dat bij de corresponderende Franse werkwoorden de afleiding op -ation meestal niet bestaat. Ze komt alleen voor bij annuler, constater, créoliser, pluraliser. Voor mij, en ik vermoed voor de meeste Zuidnederlanders, zijn de woorden annulatie, constatatie, creolisatie en pluralisatie even gewoon als de talrijke andere vernederlandsingen van Franse -ation-woorden. 2. Alleen de afleiding op -atie wordt gehonoreerd: abdicatie, acceleratie, acceptatie, accomodatie, adaptatie, administratie, adoratie, affectatie, affiliatie, agglomeratie, agglutinatie, aggregatie, aliënatie, alimentatie, alliteratie, alternatie, amortisatie, amputatie, annexatie, anatomisatie, annotatie, anticipatie, appreciatie, arrestatie, articulatie, aspiratie, assimilatie, auscultatie, calcinatie, capitulatie, carbonisatie, carburatie, cassatie, castratie, catechisatie, circulatie, classificatie, codificatie, collaboratie, combinatie, communicatie, compensatie, compilatie, complicatie, concentratie, condensatie, confederatie, confirmatie, confiscatie, confrontatie, conjugatie, consideratie, consolidatie, consternatie, consultatie, contemplatie, conversatie, convocatie, coöperatie, coördinatie, copulatie, correlatie, creatie, crematie, culminatie, cumulatie enz. enz.Ga naar voetnoot(2). We stellen vast dat de woorden op -atie heel veel talrijker zijn dan de woorden op -ering. Eenvoudige ontlening aan het Frans (-ation-woorden), ev. aan het Latijn, komt veel vaker voor dan vorming van een eigen afleiding bij het ontleende werkwoord. Vaak zelfs wordt het woord op -atie eer ontleend dan het corresponderende werkwoord op -eren. Immers bij een aantal -atie-woorden is het corresponderende werkwoord op -eren (nog) niet gehono- | |
[pagina 207]
| |
reerd, b.v. bij aberratie, acclamatie, accumulatie, alteratie, amplificatie, captatie, coëducatie, conciliatie, configuratie, constellatie, constipatie enz. Ook situatie lijkt me onafhankelijk van situeren te zijn ontleend. Trouwens, bij sommige -atie-woorden is ook in het Frans geen werkwoord op -er voorhanden; wel een treffend bewijs dat de -ation-woorden direct ontleend worden, b.v. collatie, congregatie, corporatie. We wijzen er nogmaals op dat het niet vermeld zijn in de woordenboeken van een afleiding op -ering geen bewijs is van de onmogelijkheid om ze te gebruiken. Bij een aantal werkwoorden op -eren, waarbij de afleiding op -atie gewoon is, lijkt me die op -ering zeer aanvaardbaar, b.v. affiliëring, agglutinering, alimentering, alternering, anatomisering, calcinering, castrering, classificering, codificering, consolidering enz. Theoretisch kan men de afleiding op -ing bij haast alle werkwoorden vormen. Het uit de talrijke ontleende woorden op -atie geabstraheerde bastaardsuffix is in de dialecten vrij produktief geworden; b.v. amusatie (bij amuseren), redenatie (redeneren), regulatie (reguleren), renewatie (reneweren = ruiner), riskatie (riskeren), saluatie (salueren), tractatie (tracteren), verdestruatie (verdestrueren), weerdatie (waarderen)Ga naar voetnoot(1). | |
IV. BesluitZeer vele Franse woorden op -ation zijn door het Nederlands direct ontleend, vaak samen met het corresponderende werkwoord op -eren, soms alleen. Sommige Nederlandse woorden op -atie gaan blijkbaar terug op Latijnse subst. op -atio. Weinige Franse woorden op -ation zijn niet voor ontlening vatbaar. Van Dale neemt op abnegatie, adjudicatie, abbreviatie, abrogatie, acceptatie, admodiatie, niet echter ablactatie, acetificatie, acidificatie, die nochtans wel gebruikt worden in technische taal. Lijken mij (voorlopig!) niet normaal: adjuratie (bezwering) en admonestatie. Van mogelijke eigen afleiding op -ing bij werkwoorden op -eren wordt een zeer matig gebruik gemaakt. Men verkiest meestal het woord op -atie. Als de afleiding op -ering alleen gebruikt wordt, is dat bijna altijd omdat het Franse woord op -ation niet voorkomt. Het nietovernemen van de Franse woorden annulation en constatation en hun | |
[pagina 208]
| |
vervanging door annulering en constatering is dus wel iets zeer uitzonderlijks. Ik begrijp dan ook niet waarom deze twee vormen op -ering ‘beter’ Nederlands zouden zijn dan de normale -atie-vormen. Er is even weinig reden om kwotering te verwerpen en alleen kwotatie te aanvaarden. | |
V. Is er betekenisonderscheid?Mogelijkheid tot semantische differentiatie is theoretisch aanwezig: de afleiding op -ering drukt dan de handeling op zichzelf uit, net als de gesubstantiveerde infinitief; de afleding op -atie wijst dan meer op het resultaat van de handeling, b.v. de annotering = het annoteren, de annotatie = het geannoteerde. Laten we proberen of we zo'n theoretische differentiatie kunnen krijgen in een paar voorbeelden: 1. de differentiëring tussen die twee vormen is nog aan de gang, daaruit zal differentiatie ontstaan; 2. de publicering van die wet laat op zich wachten; het wordt een uitvoerige publicatie; 3. de politie is nog bezig met de constatering van de feiten; straks zal ze haar constataties meedelen. In de praktijk is er van zo'n duidelijke differentiatie niet veel te bespeuren. De afleidingen op -atie worden zowel voor de handeling gebruikt als voor het resultaat. In de drie geciteerde voorbeelden kan de eerste afleiding, die op -ering, zonder enig bezwaar door die op -atie worden vervangen. Het tegenovergestelde gaat echter niet of toch minder gemakkelijk. We kunnen dus wel een verschil in gebruikssfeer vaststellen: de afleidingen op -ering worden haast uitsluitend gebruikt om de handeling zelf aan te duiden, die op -atie kunnen zowel de handeling als het resultaat aanduiden. Deze laatste kunnen zelfs geheel of ten dele concrete betekenis krijgen, wat duidelijk blijkt uit gevallen als annotatie, publicatie, agglomeratie, en uit de pluraliseerbaarheid van talrijke -atie-woorden: adaptaties, alliteraties, amputaties, annexaties enz. De -ering-woorden zijn weerbarstig voor pluralisering. Het is merkwaardig dat annulering, constatering, contingentering, diftongering, endossering in de Woordenlijst ‘reeds’ een meervoudsuitgang na zich krijgen, in Van Dale echter ‘nog’ nietGa naar voetnoot(1). Het tegenovergestelde gebeurde bij drainering: -en in Van Dale, niets in de Wl. Cursivering, | |
[pagina 209]
| |
dat een meervoud in de Wl. krijgt, staat niet eens in Van Dale vermeld! Meestal is er overeenstemming: arcering, datering, detaillering, enscenering, syncopering zijn in beide pluraliseerbaar; boetsering, capitonnering, completering, creolisering, discontering, reclassering in geen van beide. Dit alles wijst op aarzeling en onzekerheid. Of er in de toekomst een differentiatie als de hierboven geschetste tot stand zal komen weten we nietGa naar voetnoot(1). In het Afrikaans is de differentiëring aan de gang, blijkens het getuigenis van prof. Dr. W. Kempen (Stellenbosch)Ga naar voetnoot(2): ‘In Afrikaans bestaan op baie groot skaal vorme op -asie naas vorme op -ing, -ering: dié vorme word nou dikwels ook semanties gedifferensieer... Verskyn hoofs. by woorde van Latyns-Griekse herkoms wat op -eer uitgaan. Waar dergelike stamme sowel afleidinge op -asie as op -ing kan kry, gee die -ing-vorm dikw. die proses of aktiwiteit aan, dié op -asie die voltooide, die resultaat of stelsel: punktuering, punktuasie; kristallisering, kristallisasie; kondensering, kondensasie. Is daar geen vorm op -ing moontlik nie, wel een op -asie, dan word die onafgeleide werkwoord as selfstandige naamwoord gebruik om die proses aan te dui, mits die woord deur 'n voorwerp gevolg word, en die vorm op -asie gee dan die resultaat, ens. aan: Die registreer van kiesers (proses) teenoor die registrasie van kiesers... Volkome algemeen is dit nog nie, maar dit skyn tog sterk dié kant uit te gaan.’ Dat komt dus neer op de vaststelling (of constatatie)Ga naar voetnoot(3) dat de -atie-woorden in het Afrikaans (liefst?) niet gebruikt worden ter aanduiding van de handeling, die door de afleiding op -ering of door de gesubstantiveerde infinitief wordt weergegevenGa naar voetnoot(4). Precies wat ik hierboven ‘theoretisch’ mogelijk noemde in het Nederlands. | |
[pagina 210]
| |
Daar het Nederlands over de middelen beschikt om de semantische differentiatie tussen de woorden op -atie en die op -ering systematisch door te voeren, kan men de gevallen waarin er geen gebruik van gemaakt wordt, nl. die waarin de vorm op -atie ook de handeling moet aanduiden, als gallicismen beschouwen. Ter aanduiding van het resultaat van de handeling is het -atie-woord een welkome aanwinst. Waar het echter gaat om de handeling zelf, treedt het -atie-woord in de plaats van de gesubstantiveerde infinitief, resp. de Nederlandse afleiding op -ing. |
|