Verloren Sone
(1908)–Anoniem Verloren Sone– Auteursrecht onbekend
[pagina 31]
| |
Hoe den verloren Sone sijnen Vader te voet valt, ende hoe hem sijnen Vader in gratie ontfanght, ende hem alle zijn misdaet vergheeft.NA desen is den verloren Sone midts door groote armoede tot kennisse van zijn misdaedt ghecomen ende is droeffelijcken gegaen tot eenen van sijnen vriendt dien hy den snoodenGa naar voetnoot1) staet sijns levens te kennen ghegheven heeft, seer oodtmoedelijcken biddende dat hy tot sijnen Vader wilde gaen om te versoecken oft hy eenichsins inde gratie zijns Vaders soude moghen comen. Welcke vriendt terstont tot sijnen Vader gegaen is vertellende hem de gheleghentheyt sijns Soons, den selven vader biddende dat hy sijnen verloren Sone | |
[pagina 32]
| |
sijne Vaderlijcke liefde ende ghenaede bewijsen wilde. Den welcken hy tot hem heeft doen comen. Ende als den verloren Sone voor sijnen Vader comen was viel hy terstondt seer ootmoedelijcken op beyde zijn knien seer bitterlijck schreyende ende ootmoedelijcken tot hem segghende: Vader zijt mijn misdaet verghevende
[Dat ick mijn leven u heb misdaen
Och Vader ick was soo qualijck beraenGa naar voetnoot1)].
Den Vader.
Eylaes arm kint zijt ghy noch levende:
Ick danck Godt die alle dinck van niet ghewrachtGa naar voetnoot2) heeft
Ende u tot kennisse ghebracht heeft
Eer u de doodt heeft bevaen.
Den verloren Sone.
Och Vader ick hebbe soo veel misdaen
Teghen u met sonden verblent
Als dat ick [naGa naar voetnoot3)] mijn dwaes regiment
Om mijns honghers commere te boeten
Hebbe met de verckens eten moeten
Ende die te hoeden veel tijen
Maer Christus den Sone der maget Marijen
Door sijn gratie heeft gewaerschout my
Ende ben wederom ghekeert tot dy
Om ghenade te bidden Vader
Al heb ick gheweest der deucht versmader
Verghevet my ende laet my slechtGa naar voetnoot4)
Sijn in u huys als eenen knecht
Ende dienaer tot mijnder vromenGa naar voetnoot5).
| |
[pagina 33]
| |
Den Vader.
Ja mijn sone ghy zijt tot kennisse comen
Al ist spade t' is beter dan nimmermeere
Dus door de minne van onsen Heere
Vergheef ick u al dat ghy hebt misdaen.
Waer zijt ghy knape, spoet u saenGa naar voetnoot1)
Haelt mijnen besten tabbaert sonder beyden
Om hem eerlijck mede te cleyden
Voorts sult ghy d'alderbeste Calf dooden
Want ick mijn vrienden wil nooden
Van blijschappen dat mijn sone vercoren
Vonden is, die lange heeft geweest verloren.
|
|