Venus minne-gifjens
(1622)–Anoniem Venus Minne-gifjens– Auteursrechtvrij
[pagina 1r]
| |
Op de stemme: La Chime.
RYn-Nimphje! die met snelle stroomen glyt
Hier door ons dorp, en ’t murvve groene velt.
Die’t cierçel voor de laaghe boomen zyt,
Wel dicht op u begraasde kant ghestelt:
Och! stont ick oock op uvven boort
Zo groen, als uvve vvillichjens, hoort
Zo vvaer myn lust,, vvel haast gheblust,
Die my nu altyt vveer bekoort:
Niet om dat ick myn voeten spoelen mocht
Als ’s middaghs zon verschrookende myn hooght’,
Of dat ick op uvv’ zoete koele vocht
Verleckert ben om laven myne drooght,
Noch dat ghy met u natte douvv
Ons dorre Aard’ besvvang’ren zouvv,
Of daar ghy’t Vee,, so dikmaals mee
Vermaakten in u kille kouvv.
Maar om dat ghy mijn Nimph’ te staade staat,
Als zy uyt lust van uvve snelle vloed
Haar naakte leetjes daar in baden gaat.
En dicht vvaar ghy u vvillichjens voed’,
Daar vvoud’ ik dat een groene stam
My zo langh in haar bolster nam
Tot mijn ooghen maar,, eens verzaden haar,
In ’t aansien van zo schoone Beelt.
Ronsaeus. |
|