Veelderhande gheestelicke liedekens(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende C Na de wijse. Laet ons op dit termijn genoechte hantieren, Tauten wil. VUilt v te mywaerts keeren Die ick hier voortijts sochte Ende bracht v wt groot verseeren Met mijnen bloede ick v cochte Want al dat ick vermochte Dede ick al om haer Tot dat ickse my brochte Int eewich leuen claer En wilt doch niet meer sneuen Hoort na dit bescheet [pagina 390] [p. 390] Wildy eewich leuen So bewaert v cleet. Dit cleet sal moeten wesen In als perfect gheuonden Door de liefde hooghe verheuen En vreest niet te syne verslonden Het is hoort mijn vermonden Des Uaders wille goet Dat hy v vast wilt gronden Al in zijn rijcke soet En wilt doch. &c. Neemt een man zijn vrouwe By hem tot eenighe stonden Die hy eens ontrouwe By anderen heeft gheuonden En soudemen niet vermonden Dat hy in sotheyt sneeft En prijsen hem goet van gronden Dat hijt vergheuen heeft En wilt doch.etc. Ghy gaeft v tot boeleren Met herders menigherhanden Noch en liet niet v hoereren Met dwerck van menschen handen En onteerdet my met schanden Nochtans ben ick ghestaen Om v van desen banden Ghewillich te ontslaen En wilt doch. &c. Wilt v te mywaerts keeren Mijn edel bruyt vercoren Weest vry van allen zeeren En willet al oorboren Of anders gaet al verloren Die trouwe delicaet Die ghy my hebt ghesworen Dus van dat quaet aflaet [pagina 391] [p. 391] En wilt doch niet meer sneuen. &c. Coemt danst al hier beneden En wilt nv droncke werden Al van den wijn van vreden En wilt hier vrolick in terden Doorwandelt al met scherden Tot uwen luste hier Siet aen Libanus gherden Ende Iacobs soeten rosier En wilt doch niet. &c. Neemt al dat my is bleuen Al van mijns vaders eruen Dit wil ick v al gheuen Dus en wilt niet bederuen Al sydy broosch als scheruen Ick en wil v niet versmaen Want ick quam hier voor v steruen Dus wil ick voor v staen En wilt doch niet meer sneuen. &c. Prince wilt aenhooren Mijn stem in allen hoecken En wert nv doch herbooren Neemt waer dat ick gae soecken Coemt in die Ceder broecken Bedrijft daer v solaes Bedect v hooft met doecken Ende en zijt niet meer so dwaes En wilt doch niet meer sneuen. &c. Vorige Volgende