Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– Auteursrechtvrij
[pagina 285]
| |
C Na de wijse. Am water vloeden Babylon.
MIin God v willick prijsen seer Ga naar margenoot+
Ghy Coninck alder gheslachten
En dijnen name louen Heer
Altijt met reynder ghedachten
Daghelickx wil ick louen dy
En dijnen name roemen vry
Eewich en tallen tijden
De Heere is groot, machtich en louelick
En zijn grootheyt onwtsprekelick
Wie sal zijn cracht belijden.
Kints kinderen sullen dijne werck
En dijn groot wonder prijsen
En dijn ghewelt vertellen sterck
En dijnen naem lof bewijsen
Uertellen wil ick dijn heerlicheyt
En schoon triumphe uwer maiesteyt
En dijn wonderbaer daden
Dijn heerlicheyt voort elck vertellen sal
En dijn hoochdaden ouer al
En dijn groote ghenaden.
Op datmen prijse dijn goetheyt seer
En dijn gherechticheyt romme
Goet, en bermhertich is de Heer
Sijn daden strecken alomme
Uriendelick hem de Heer oorboort
En erbarmet sick voort en voort
Ouer al syne wercken
Alle dijne daden sullen dy louen Heer
En dijne heylighen met aller eer
Sullen dijn goetheyt mercken.
En sullen oock dijn eere en prijs
Dijnes Coninckrijckes rommen
En van de grootheyt dijns crachten wijs
Uertellen omme ende ommen
Op dat het menschelick gheslacht
| |
[pagina 286]
| |
Uercondicht werde dijne cracht
En den prael dijner eeren
Dijn rijcke is eewich na dijne woort
En dijn ghewelt duert voort en voort
So ons de Schriften leeren.
Al den die vallen, behout de Heer
En verheft den neder gheslaghen
Aller ooghen wachten op dy Heer
En voetse in alle daghen
Ghy doet open dijn milde hant
En veruullet watter leeft int lant
Met dijnen wel gheualle
De Heere is rechtueerdich voor waer
En zijne weghen gantsch en gaer
Sijn reyn en heylich alle.
De Heer is na by alle den
Die hem met ernste aenroepen
En doet wat den Godvruchtighen
Uan hem begheeren en hoepen
Al die hem lieuen, bewaert de Heer
Maer den Godloosen (tzijnder eer)
Sal hy met cracht beschamen
Mijn mont den Heere lof segghen sal
En alle vleesch loue ouer al
Eewelick synen namen.
Ureest den Heere |
|