Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– Auteursrechtvrij
[pagina 176]
| |
Wie hoorde oyt van tijt so precieus
Melodieus
Wie ist die leeft, hy en soude verblijden.
Ons is den nacht der duysterheyt ontuaren
Den Somer soet verschijnt door Christum ient
Elcx herte lacht door Zyons openbaren
Noyt tijt so goet en was ons doch bekent
Babylons cracht sal werden corts gheschent
Elck is ghewent, om Gods woort te belijden
Ga naar margenoot+ Den reghen cout, den winter heel verblent
Is ons absent
Wie ist die leeft, hy en soude verblijden.
Hoe sietmen fijn, de beecxkens rustich vloeyen
Dat is Gods gheest, die elcken nv moueert
De rancxkens zijn seer iuechdelick int bloeyen
Dats die nv meest in Sheeren woort studeert
Hoe sietmen nv Gods kinders geaccoutreert
Onghecesseert, tot Babylons bestrijden
Der Sonnen licht, elcken nv repareert
Hier op loseert
Wie ist die leeft, hy en soude verblijden.
Ga naar margenoot+ Hoe hoortmen bly, de Tortelduyue singhen
Met blijschap groot, tonsen trooste valiant
Ga naar margenoot+ Den wijngaert vry, die sietmen nv wt springen
Die druyfkens bloot, die groeyen triumphant
Den niewen most, is ons nv abondant
Aen elcken cant, och noyt lustigher tijden
Ga naar margenoot+ Hoe hoortmen de bruyloftbeders te hant
Manen constant
Wie ist die leeft, hy en soude verblijden.
Hoe bloeyt Gods woort, voor Princen en Princessen
In dit saysoen, noyt tijt so wel ghedaen
Ga naar margenoot+ Hoe wort ghehoort, de Predicantsche lessen
Ga naar margenoot+ Hoe sietmen coen, de Lely wijt ontdaen
Hoe hoortmen nv de kinderkens ontfaen
Gods recht vermaen, by ons aen allen zijden
| |
[pagina 177]
| |
Hoe spreect den gheest, coemt drinct vry onbelaen Ga naar margenoot+
Wilt v versaen Ga naar margenoot+
Wie ist die leeft, hy en soude verblijden. Ga naar margenoot+
|
|