Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Op de wijse: Ick roupe v hemelsche Uader aen.
GHy heeren eerbaer, wilt hooren hier naer
Neemt dees exempelen ter herten
Ghy die hier bringt in lijden swaer
Gods wtuercoren claer
Ga naar margenoot+ Al om zijn woort voorwaer
Dus v naeckt noch groote smerte
Moeste hier niet certeyn, Caim onreyn
Ga naar margenoot+ Een ellendich ballinck wesen
Om dat hy so vyandich doodde vyleyn
Ga naar margenoot+ Den vroomen Abel in het pleyn
God die besochte hem int ghemeyn
Met eewighe straffe om desen.
Ga naar margenoot+ Oock van Pharao, so leestmen soo
Ghy Heeren wilt dit bedencken
Den welcken Gods volck met herten vroo
Ga naar margenoot+ Die yemant schade deden noo
Ueruolghende al totter doo
Inde zee moeste hy drincken.
Was oock Iosias niet, verstaet tbediet
Uan zijn eyghen knecht doorsteken
Die den vromen Zacharias dooden liet
Om dat hy hier straffede siet
Die Propheten die als riet
| |
[pagina 163]
| |
Hier metten winde weken.
En Ahab suspeckt, tmoet zijn ontdeckt
Hy was met een pijl doorschoten Ga naar margenoot+
En zijn bloet al vanden honden gheleckt
Om dat hy hadde beuleckt
En zijn handen wtghestreckt Ga naar margenoot+
Ende Naboths bloet verghoten.
Met scherpen gheest, merckt tlaetst en eest Ga naar margenoot+
Op Nabuchodonosors ende
Die welcken hoy adt ghelijck een beest Ga naar margenoot+
En zijn hayr wies vaet den keest
Als Aernents vederen meest
Om dat hy Gods volck so schende. Ga naar margenoot+
Sonder verdrach, elck wel schromen mach
Met die des Gods straffe saghen
Want hy int velt by den beesten lach
Dwelcke men noyt van Coninck sach
Dus ghy rechters nacht en dach
Moegt nv al hier wel claghen. Ga naar margenoot+
Noch hebt ghy hier, tot exempel fier Ga naar margenoot+
Antiochus Uorst der tyrannen
Wt wiens lichaem croop menich dier
En stanck, so bin dit rosier
Dat hy borst van pijnen schier
Met zijn edel mannen.
Hoe es oock vergaen, hoort mijn vermaen Ga naar margenoot+
Pylato Nerony vol van boosheeden
Die menich Christene hebben verdaen
En Maximino wilt dit verstaen Ga naar margenoot+
Sy zijn al de selue baen
Door Gods gherecht ghetreden Ga naar margenoot+
Andyocletiano blent, in dit conuent Ga naar margenoot+
Mochtmen oock sulcx aenschouwen
Die ellendelick vp aerde was gheschent
Om dat hy aen dede torment
Gods wtuercoren yent
Ia mannen ende vrouwen.
| |
[pagina 164]
| |
Quam des menschen mal, sulck ongheual
Ga naar margenoot+ Aen hier in haren daghen
Hoe sullen zijt maken ouer al
Ga naar margenoot+ Als den hemel smelten sal
Door den viere int aertsche dal
Ende alle vleesche claghen.
Oerlof met iolijt, maer ick rade in tijt
Te wasschene dijn bloedighe handen
Want ghy hebt die aerde veruullet wijt
Metten bloede des seker zijt
Uan Gods bruyt ghebenedijt
Dus staet v sielen te panden.
|
|