Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse van Hensburch.
ELck wil hem bedincken
In desen ellendighen tijt
Wacht v voor droncken drincken
So wie dat ghy zijt
En wilt niet drincken in die nacht
Al op des Heeren coemste hout wacht
Wat gaet die Schriftuere belijen
Een dronckaert en sal niet bedijen.
Noe plante de wijngaert rancke
Ga naar margenoot+ So Genesis ons vertreckt
Daer hy so veel af drancke
So dat hy lach ontdeckt
Ga naar margenoot+ Ende Lot verstaet de redene mijn
Die sliep by die dochteren zijn
Uol wijn was hy ghedroncken
Doen Sodoma was versoncken.
Ga naar margenoot+ Nabal die liet hem dienen
Een dronckaert also ick las
Die canne al tusschen zijn beenen
Hoe vrecke dat hy was
Al door zijn dronckenschap onwijs
So weygherde hy Coninck Dauid spijs
Dat hy niet en worde bestreden
Dat heeft Abigael verbeden,
Elck wacht hem voor sondich sneuen
Ga naar margenoot+ Hier onder des hemels throon
Ga naar margenoot+ Ammon liet oock zijn leuen
Al wast eens Coninckx soon
Ende Ela Coninck in Israel
In dronckenschap maecte hy quaet spel
Ueel hooueerdye ginck hy vermeten
Ende doen worde hy doot ghesmeten.
Den grooten Coninck Alexander
Die sloech zijnen meester doot
| |
[pagina 111]
| |
Kordolamoor ende meer ander
Twas al in dronckenschap groot
Ende Symon Machabeus me Ga naar margenoot+
Olyfernus lach al voor een ste
Al daer ginck hem ontlijuen Ga naar margenoot+
Iudith die fleur van wijuen.
Roept Heer coemt my te baten
Tot den Prince in des hemels tent
En drinct doch al by maten
Dat ghy v Heere bekent
Uerstaet doch Paulus reden wel
Wie droncken drincken in ouerspel
Dats hier ter werelt tleuen
Die worden van God verdreuen.
|
|