Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Op de wijse. Den gheest is ghewillich, maer tvleesch is.
DEn gheest ontspringt, die light en truert
In Babels dienst gheuanghen
Rijst op met Christo, int woort labuert
Den Oogst is hier, wilt vruecht ontfanghen Ga naar margenoot+
Het licht schijnt inder duysterheyt wreet Ga naar margenoot+
Den dach is nv int clare
Werpt wech als Achab dijn sondich cleet Ga naar margenoot+
Met desen nyeuwen iare.
Elck die in Babel noch dienstich staet
Wilt voort aen nieu ackers ploeghen Ga naar margenoot+
Uerlaet dijn saeyen, in doornen quaet
Saeyt inden gheest, naer Scrifts gheuoegen Ga naar margenoot+
Besnijt dijn herte, quaen lust wilt doon Ga naar margenoot+
Coemt vry int openbare Ga naar margenoot+
Stoot wt de dienstmaecht, en haren soon Ga naar margenoot+
Met desen nieuwen iare. Ga naar margenoot+
Trect wt den ouden Adam boos Ga naar margenoot+
Nieu inden gheest weest nv herboren Ga naar margenoot+
Wandelt als kinders, int licht altoos Ga naar margenoot+
Uliet allen twist, grief, leet, en thoren Ga naar margenoot+
In vasten ghelooue Christum belijt
| |
[pagina 86]
| |
Als Godes eruen sonder vare
Uruchtbarich in goede wercken zijt
Ga naar margenoot+ Met desen nieuwen iare.
Ga naar margenoot+ Gheeft eenen rueck als Libanus soet
Ga naar margenoot+ Als rooskens reyn, wilt lustich bloeyen
Weest eenen lofsanck, den hoochsten vroet
Laet dijns herten fonteynkens vloeyen
Gheeft dijnen Coninck lof, prijs, en eer
Kinders belijt zijn lof te gare
Uerbreyt zijnen name meer en meer
Met desen nieuwen iare.
Ga naar margenoot+ Dient Christum alleene, verlaet den Bel
Ga naar margenoot+ Wilt niet meer simuleren
Ga naar margenoot+ Laet dijn lichten, naer zijn beuel
Ga naar margenoot+ In desen wijngaert, wilt laboreren
Wast inder ghenade Christi perfect
Aenuangt dees blijde mare
Cloecksinnich te samen naer Syon trect
Met desen nieuwen iare.
Hantiert ghenoechte, solaes en vruecht
Ga naar margenoot+ Ury inden gheest wilt v verhueghen
Dient Christum in dees bequame iuecht
In al v doen, vliet Babels sueghen
Weest heylich in wandel, bequaem en reyn
Datmen in dy werde gheware
Het licht des leuens voor elck certeyn
Met desen nyeuwen iare.
Princelicke broeders in Christo fijn
Wilt swerelts dienst versaken
Ga naar margenoot+ Doet aen als alle vercoren zijn
Het harnas Gods, wilt neerstich waken
Ga naar margenoot+ Heylicht den Heere (soot wel behoort)
In uwer siele, als zijn dienare
Stelt sin en wille, in zijn eewich woort
Met desen nieuwen iare.
Ureest den Heere. |
|