Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende(ca. 1587)–Anoniem Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Een nieu Leysen vanden blijden vvillecom vanden Heere Iesus onsen Salichmaker. Op de wijse: Van seven Dochters saen, &c. JErusalem onspringht Een nieuwe lof-sangh singht, Siet uwen Coninck machtich, Ontfanght hem met ootmoet, Valt uwen Prins te voet, Eert u Verlosser crachtich. O Cherubijn ontdoet Het Lust hof metter spoet, Houdt ons niet meer daer buyten: Op dat wy sonder schroom Vinden des Levens boom De poorten wilt ontsluyten. Godts Enghel uyt den throon Hoochweerdich, edel schoon Heeft een nieuw maer doen hooren: Hoe dat Godts Majesteyt In een cleyn Cribbe leyt Als een arm kindt gheboren. Een hemelsch soet ghesanck Gheeft dit kindt prijs en danck, En singht tot sijnder eeren: Loff zy Godt boven al: Vrede in het aerdtsche dal Den mensch met goedt begheeren. Een Steer wt Jacob rijst, Die haren Schepper prijst, En treckt wt vremde Landen Dry wijsen hooch gheacht, Dry Princen groot van macht, Elck met haer offerhanden. Dit edel Kint aenschout Myrrh' Wieroock ende Gout Is sterffelijck Godt en Heere: [pagina 50] [p. 50] Maer ghy o Moeder puer O wonder van natuer, tot U ick my nu keere. Gheeft u dienaer een deel Van Myrrha, dat ick heel Den wellust leere versterven: Gheeft Wieroock van ghebedt, Gheeft Goudt van liefde net, Laet my dees deuchden erven. Nu wil ick gaen verblijdt Deur al de wereldt wijdt, En ieder mensch verkonden, Hoe dat den grooten Godt Ghedaelt uyt s'hemels slodt In Bethleem wordt ghevonden. Sa gaet naer Bethleem al, En soeckt Godt in den stal Hy sal u druck versoeten: Sa sa naer Bethleem Daer suldy vinden hem, Wilt hem met vreuchden groeten Welcom rijck Godt en groot, Welcom cleyn kint en bloot, Welcom ons' aller wensche, Welcom ons' hoochste goet, Welcom ons' hulper soet, Welcom o Godt en mensche. Vorige Volgende