Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende(ca. 1587)–Anoniem Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een schoon Liedeken, op de wijse: Herderkens hy is gheboren. LAet ons t'samen beginnen Een airken uyt den gheest, Onsen Bruydegom minnen Op dese blijde Feest, Die nu verlaten heeft Al wat Mammona gheeft: Sijn gaven oft playsier, En acht hy niet een zier. Hy sagh 's werelts ghenuchten In Princen van het Hof Die naer vele versuchten [pagina 5] [p. 5] Verandert zijn in stof Den wijsen Salomon En soeten Absalon Met hun schoon gout geel hooft Zijn van de doodt berooft. Waer zijn alle de Jonghen Van gh'heel het Roomsche rijck Die de wereldt bedwonghen, Zijn al vergaen in slijck, De kloecke Cesares, En Aristoteles Met hun vernuft verstandt Zijn asschen, stof en sant. Ick wil Iesus beminnen, Hem vieren dagh en nacht, In hem stellen mijn sinnen, Versoenen Babels pracht: Daer uwen toren stondt Ghemetst diep inden grondt, Soo kostelijck, soo moy Is nu gheen hut van stroy. Christus is mijnen thoren Hy is den vasten steen: Iesut heb ick verkoren, Op hem steun ick alleen: Daer ick mijn hop'op bouw Mijn leven gans betrouw: In hem ick rusten gaen /, Om vast te blijven staen. Adieu dan valsche Croonen, Adieu mijn vleesch en bloedt, Adieu wereldtsche soonen Die namaels weenen doet: Met eenen kloecken moet Gaen ick naar Iesus soet, Die vast ghenaghelt hanght: Naer hem mijn ziel verlanght. Vorige Volgende