Veelderhande schriftuerlijcke liedekens
(ca. 1552-1554)–Anoniem Veelderhande schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrij
[Folio X5r]
| |
178. Na die wijse. Hoort altesamen bidt ende waect.O Heere aensiet toch al mijn lijden groot
Gheeft my nv stercheyt in deser noot
Op dat ick niet en beswijcke
Maect my volstantich tot inder doot
Dat ick van v
waerheyt niet en wijcke.
Ga naar margenoot+
Op God staet
alle mijn hope alleyn
Maect my van alle mijn sonden reyn
Wilt mijn
ghelooue vermeeren
Ga naar margenoot+
Uan v compt alle mijn hulpe ghemeyn
O almachtich Heere der Heeren.
O Uader vergheeft my alle mijn schult
Ick weet dat ghy
my niet verlaten en sult
Ga naar margenoot+
Maect my doch los van mijnen sonden
Ghy hebt my met uwen gheest veruult
Wie can v goetheyt doorgronden.
O Heere van v
coempt alle mijn salicheyt
Ga naar margenoot+
Wilt my verlossen niet langhe en beyt
Mijn stercte mijnen steen verheuen
Mijn
toeulucht heb ick op v gheleyt
Ga naar margenoot+
Ghy en sult my nemmermeer begheuen.
O God mijn
siele is in my bedroeft
Ga naar margenoot+
U goddelijcke helpe si behoeft
Mijnen steen waerom hebdy my verlaten
Helpt my o Heere niet en vertoeft
Want vele zijnder die my haten.
Wat bedroeft ghy
v siele mijn
Ga naar margenoot+
Waerom wilt
ghy in my so truerich zijn
Ga naar margenoot+
Stelt v betrouwen op den Heere
Ghy sult noch aenschouwen zijn claer
aenschijn
Uwen druck sal in blyschap verkeeren
Ghy
ghelouighen weest nv verblijt
Ga naar margenoot+
Al eest dat ghy cleyn van ghetale zijt
Wie can v
deeren ofte letten
Ga naar margenoot+
Eest dat God
den Heere voor ons strijt
Ga naar margenoot+
| |
[Folio X5v]
| |
Wie wil hem teghen ons dan setten.
Die Heere is stercker dan Casteel oft slot
O Heere weest my een beschermende Godt
Teghen alle mijn boose vianden
Ghy zijt o
Heere mijn deel en lot
Ga naar margenoot+
Uerlost my
vander leeuwen tanden.
Ga naar margenoot+
O Heere
machtich inden strijt
Ga naar margenoot+
O hooftman
Israels die ons beurijt
Ga naar margenoot+
O Godt na v heb ick
verlanghen
Uwen dienaer die hier veruolghinge lijdt
Wilt hem toch in v rijck ontfanghen.
|
|