Veelderhande schriftuerlijcke liedekens
(ca. 1552-1554)–Anoniem Veelderhande schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrij166. Na die wijse. Vanden Vader onse.O Godt vader
inden Hemelrijck
Ga naar margenoot+
Godt soen, godt
heylige gheest ghelijc
Ga naar margenoot+
Ghy heylighe
driuuldicheyt
Ga naar margenoot+
Een eenich Godt
in eewicheyt
Ga naar margenoot+
Op v
toesegghinghe soo bidde ick
Ga naar margenoot+
Wilt ons
verhooren ghenadelijck.
Ga naar margenoot+
Och lieue Heer Godt spaert ons schoon
Wilt ons na
onse verdienst niet loonen
Ga naar margenoot+
Ontfermt v ons
duer v ghenade
Ga naar margenoot+
Lijf eer en goet behouwet van schade
Weest ons
ghenadich en helpt ons Heer
Ga naar margenoot+
En verlaet ons nv noch nemmermeer.
| |
[Folio U1v]
| |
Bewaert ons van
des duyuels list
Ga naar margenoot+
Uan zijn
bedroch en van allen twist
Keert van ons
zijn vierich huysghesin
Ga naar margenoot+
Helpt dat hy ons niet en verwin
Och
lief Heer Godt en verlaet ons niet
Ga naar margenoot+
Als ons die boose gheest aensiet.
Behuet
ons Godt tot allen stonden
Ga naar margenoot+
Uan dwalende
seckten schande en sonden
Ga naar margenoot+
Uan crijch, vyantschap, haet en nijt
Uan water vier en van dieren tijt
Uan die Pestelency ende crancheyt groot
Uan onweer, ende van den eewyghen doot.
Behoet ons Heer
tot alder tijt
Ga naar margenoot+
Maeckt ons al onse sonden quijt
Och lieue Heer en verlaet ons niet
Als wy comen voort tleste ghericht
En van dees eewyghen doots veruaert
Och help Heer
Godt ons dan bewaert.
Ga naar margenoot+
Wy arme sondaers
bidden meer
Helpt ons Ihesus Christus lieue Heer
Helpt ons duer v
heylighe ghebot
Ga naar margenoot+
Duer v
verrijsenisse en hemeluaert
Ga naar margenoot+
Duer uwen strijt
en dierbaer bloet
Ga naar margenoot+
U heylich cruys
en v bitter doot.
U heylighe
cristelijcke kercke o Heer
Ga naar margenoot+
Bewaert die in v woort met
oprechte leer
Ga naar margenoot+
En in een
heylich leuen die dienaers dijn
Ga naar margenoot+
En die Christum
soecken en belijden reijn
Duer twoort
en gheest gheeft ons die cracht
Ga naar margenoot+
Want het staet
al in uwer macht.
Ga naar margenoot+
In v lant seynt
doch ghetrouwe arbeyders seere
Ga naar margenoot+
Die alle
valsche seckten en ketterijen af keeren
Ga naar margenoot+
Ende allen
ergernissen verweeren
Ga naar margenoot+
Alle die noch
dwalen Heer brenckt te recht
Ga naar margenoot+
Ende leydtse
duer v woort inder waerheyt wech
Ga naar margenoot+
Op dat si kennen dwoort als een getrouwe knecht
| |
[Folio U2r]
| |
Keert o Heer duer v machtighe handt
Al die v woort noch doen wederstant
Uan
des grouwelijcke Turers ende wolfs geslacht
Ga naar margenoot+
Och Christus v
vrome christenen wacht
Ga naar margenoot+
Alle valsche
leeraers keert en worpt in deeuwich vuer
Ga naar margenoot+
Maer zijt ons
een sterck Casteel en muer.
Ga naar margenoot+
Beschermpt o
Heer ons lijf en goet
Ga naar margenoot+
Uerlost ons van oploop crijch en bloet
Den Keyser
ende die Cueninghen die Uorsten ende Heeren
Ga naar margenoot+
Gheeft huer v ghenade dat si huer volc te recht regeren
Gheeft Heer dat si mueghen houden vrede altijt
En bewaertse van tweedracht en strijt
Gheeft Heer ons Keyser een goet gheluck
Helpt dat hy
v woort niet en verdruck
Ga naar margenoot+
Beschermt Heer
alle ons Lantsheeren
Ga naar margenoot+
Met uwen
heylighen geest so wiltse doch leeren
Ga naar margenoot+
Onser stadt raet en gantsche ghemeynt
Die laet v o
Heere beuolen zijn.
Ga naar margenoot+
Allen v
Christen helpt wt allen varen
Ga naar margenoot+
Wilt die met
uwen gheest bewaren
Ga naar margenoot+
Sterckt en behout
die herten daer
Ga naar margenoot+
Die noch zijn
in ancxsten swaer
Ga naar margenoot+
Die naesten
neempt in uwer handt
Ga naar margenoot+
Die weeuwen
troost in huer ellendt.
Ga naar margenoot+
De bevruchte vrouwe ende suyghende al
Bewaert doch die kinderkens van ongheual
Helpt oock alle die daer zijn cranck
Dat huer ghelooft aen v niet en zij wanck
Ende maecktse aen huer siel ghesont
Ende troostse al inder lester stont.
Och lieue Heer
gheeft oock ghedult
Ga naar margenoot+
Alle die noch
lijden sonder schult
Ga naar margenoot+
En verlostse wt der vyanden handt
Huer ellende ende gheuanckenis went
Troost die oock inder lester noot
| |
[Folio U2v]
| |
Die daer moeten lijden de doot.
Oock alle die
ons vyandt zijn
Ga naar margenoot+
Uergheeft haer huer misdaet ende sonden
Gheeft dat wy huer oock gheerne vergheuen
Met alle menschen in vrede leuen
Helpt dat alle sondaers huer bekeeren
Wt
herten gront v ghenade begheeren.
Ga naar margenoot+
O Heere die
vruchten op dat lant
Ga naar margenoot+
Die wilt ons
gheuen dijn milde handt
Ga naar margenoot+
En wiltse
bewaren van haghel en schade
Ga naar margenoot+
Dat wijse te recht gebruycken gheeft die genade
Dat si ons lichaem niet en beswaren
Noch ons herte van v en keeren.
O Iesus Cristus
warachtich Godts soen
Ga naar margenoot+
O Iesus Christis
der ghenaden troon
Ga naar margenoot+
O Iesus
Christus ghy Godts Lam
Ga naar margenoot+
Dat der
weerelt sonden droech en wech nam
Ga naar margenoot+
O ghy
ghebenedide saet
Ga naar margenoot+
Uerlost ons
doch van alle quaet.
Ga naar margenoot+
|
|