Veelderhande schriftuerlijcke liedekens
(ca. 1552-1554)–Anoniem Veelderhande schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrij26. Na de wijse. De vogelkens inder muyten.COmpt al van suyden en van oosten
Die met sonden zijt belaen
Ick sal v wel vertroosten
Met mijn vleesch sal ick v versaen
Ga naar margenoot+
Ick ben die fonteyne verheuen
Die dorst heeft die come naer
Die daer wt drinckt sal eewich leuen
Spreeckt Christus die Heer int openbaer.
Ick en ben hier niet ghecomen
Ga naar margenoot+
O menschen zijt dies wel vroet
Dat ick v soude verdoemen
Maer verlossen al met mijn bloet
Ick begheer in dijn hert te woonen
Daer en moet gheen ander in
Alleen moet ghy op my stoonen
Oft ghy en compt niet daer ick bin.
Ick ben den wijnstock wtghesproten
Ga naar margenoot+
Spreeckt Christus verstaet mijn woort
Blijft vast in my ghesloten
Ghy sult bringhen goede vruchten voort
Maer laet ghy v verleyden
Dat ghy menschen troost aensiet
| |
[Folio D5r]
| |
So sult ghy vanden wijnstock worden gescheyden
Alle v vruchten en sullen dooghen niet.
Hebt lief en wtuercoren
Ga naar margenoot+
Die v ter weerelt doen quaet
Ga naar margenoot+
Die v boosheyt legghen te voren
Bidt daer voor tis Christus raet
Want Godt heeft selue ghesproken
Aenden cruyce met luyder stem
Och Uader en latet niet zijn ghewroken
Ga naar margenoot+
Ick bidde vergheuet hem.
En vreest niet altesamen
Ga naar margenoot+
Mijn woort voor die werelt belijdt
Ga naar margenoot+
Oft ick sal v beschamen
Voor minen Uader ghebenedijt
Aldus en wilt niet vreesen
Maer strijt met herten vro
Laet den knecht ghelijck den meester wesen
Het belieft den Uader alsoo.
Ga naar margenoot+
Ick ben een goet herder wtermaten
Ga naar margenoot+
Ick gae mijn scaepkens voor
Ga naar margenoot+
Ick begheer mijn leuen daer voor te laten
Ick ben die rechte door
En laet v niet verleyden
Uan die daer buyten der dueren passeert
Het zijn dieuen en moordenaers beyden
Spreect Christus soo hy ons leert.
Niemant en compt totten Uader
Ga naar margenoot+
Dan door den soone Gods alleen
Hy bidt voor ons alle gader
Weest toch met Christum te vreen
Wilt vast op hem betrouwen
Hy is die verworpenen steen
Ga naar margenoot+
Doet ghijt niet het sal v berouwen
Als ghy van hier sult scheen.
Prince Godt aensiet ons allende
Hier in dit eertsche dal
Wilt uwen gheest hier neder senden
| |
[Folio D5v]
| |
Die ons vertroosten sal
Soo moeghen wy v die eer gheuen
Al inden hemelschen troon
Door Christum, hy is ons leuen
Wy verwachten van hem die croon.
|
|