Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Veriubileert ghy Venus ionghen.
O Crancheyt des vleesch, nu wilt v trueren laten
En wilt v oogen inden Hemel slaen
V menschelijcke crancheyt regeert nu al by maten
Ga naar margenoot†Want ghy moet door Christum totten Vader gaen
O Christelijcke Broeders, hout Gods woort
Die cranckheyt des vlees gheuoelende zijt
Om onsen wille, so daelde de Heere ter eerden
Ga naar margenoot‡En is voor ons gegaen inden bitteren strijt.
Ga naar margenoot* Van een suyuer Maechdeken, so wilde hy zijn gheboren
De Heere die niemant en can verstaen
O crancheyt des vleesch, ghy had ooc moeten smoren
En die eewighe doot haddy moeten ontfaen.
Mocht onse crancheyt yet hebben verworuen
En dat door ons quaem eenighe salicheyt
Ga naar margenoot†So waer de Heer te vergheefs ghestoruen
Inder eeuwicheyt heeft hijt ons al bereyt.
Ga naar margenoot‡ God kent zijne schapen, en sy hooren zijn stem
Niemant en machse trecken wt zijnder hant
Sijn woort alleen hoort, Ga naar margenoot* want Godt ghetuycht van hem
En heeft ons verlost van des duyuels bant.
O crancheyt des vleeschs, en weset niet so bloode
Wat waer Christus die Heere v van noode
Als ghy seluer meyndet perfect te zijn?
Ga naar margenoot† Door eenen mensche waren wy al verwesen
En moesten die eeuwighe doot ontfaen
Door eenen mensche, zijn wy al verresen
En sullen door hem in glorien gaen.
Ga naar margenoot‡ Die in Christo salich willen leuen
Moeten veruolginge lijden, zijt dies wel vroet
Al begint ons vleesch daer voor te beuen
Door lijden coemt ons zijn eeuwighe goet.
| |
[Folio 282v]
| |
Ga naar margenoot‡ Wie soude ons van zijn liefde mogen trecken?
Die hy tot ons inder eeuwicheyt draecht
Ga naar margenoot*Hy gheneest al onse sondighe vlecken
Wantet zijn goetheyt also behaecht.
O edel mensche wilt toch hier op achten
Ga naar margenoot†En wilt Christum altijt volghen naer
By Godt den Vader sal hy v verwachten
Ga naar margenoot‡Ontslaet v van sorghen ende ander vaer.
Die Princelijcke Prince hout in v memorie
Ga naar margenoot*Want sonder hem en vermuechdy niet
Door zijn gracie comen wy in zijn glorie
Ga naar margenoot†Want alle vleesch is cranck alsomen siet.
|
|