Van Nu en Straks. Jaargang 1(1893)– [tijdschrift] Van Nu en Straks– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Verzen. In de donkre kamer, van het astraal-licht, Zweeft mijn Siderisch lichaam in zwart rouw-licht Naar het vlottend Gistren, langs gedachten-zeeën, Zwarte, zwarte kleuren-tinten, niets dan weeën. Al mijn zijnde Mensch-gedenk heb ik gelezen: Niets dan ween-gedruppel pan mijn arrem Wezen... In gedenk-paleizen van mijn levend Hart, Angstig droom-gezweef van maagden-in-rouw-zwart. Blank-gevinger balsem strooiend op mijn Ziel! o Dat slechts wat zon me in 't harte viel! [pagina 18] [p. 18] Uit feeëngorgels cirklen zachte wondergalmen, Lijk stergeluid, in aether-geuren, klanken-kleurend, Of 't reine snaargetril in reinende englenzielen Wanneer ze uit gouden lelie-droomen pas ontwaken. Het stem-geruisch van verre, wiegelende accoorden Klinkt zacht en zachter in het plechtig avond-worden, Lijk 't regendroppel-klaatren op het lichtend water, En't glimmer-lichtend suizel-zingen door het loover. En zilver-witte nenupharen, op het meer, En zilver-blanke zwanen, drijvend op het meer, - een stoet in wit gewaad langs een bestarden hemel, - Beluistren 't zachte licht-geruisch der Hemel-sterren, Mijn vleugel-droomen, mijn beminde liefde woorden, Door englen-hand in 't ruim verspreid en daar ontvlamd! [pagina 19] [p. 19] O Lief, gij wondre Fee uit 't wonder toover-sprookje, Ik glans nu in den Hemel uwer zoete liefde. De rozen uwer kussen, lijk mirakel-bloemen, Omvlechten hoofd en hals met frissche loover-kransen, En luide zingen uwe zwarte droomen-oogen, - de laatste schemering zaalgen wellust drinkend, - Een lied van leven, lieven, waarlijk Mensch-zijn! Hosannah! wij gaan verder dan ons oogen peinzen Veel verder dan ons hopen en ons lusten reikt. En klokken klinken zacht en ruischen liefdewoorden; Één liefdezucht vervult het droomend avond-landschap; En wellust-dronken baadt mijn zangerige ziel, Mijn reine Fee! in 't blonde meer van uw gedachten! Victor de Meyere. Vorige Volgende