Vaderlandsche liederen voor de gewapende studenten(1785)–Anoniem Vaderlandsche liederen voor de gewapende studenten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Aan de gewapende pallas zoonen. Wijs: o Zon aan 's Hemels trans. o Ed'le Pallas stoer! Gij, die 't Bataafsche bloed Voelt door uwe ad'ren vloeijen; o Ed'le Pallas stoet! Die, warsch van 't Graaflijk juk, Steeds gruuwt voor zulke boeijen, Gij gordt de wapens aan; Gij wilt voor Vrijheid staan: Ik zie uw' moed ontgloeijen; Gij gordt de wapens aan. [pagina 30] [p. 30] Mee recht vreest gij, als wij, Dat ons de Dwing'landij Toe slaaven zoekt te maaken; Met recht vreest gij, als wij; Daar hij, wiens plicht het is, Voor Vrijheid steeds te waaken, Naar de overheersching tracht; Gesterkt door schelmsche magt: Naar grootheid steeds blijft haaken; Naar de overheersching tracht. * * * 't Geweer geeft moed. - Welaan! Mijn helden, toont voortaan, Dat gij zijt vrijgebooren. 't Geweer geeft moed: welaan! Hoe zeer het slaafsch gebroed De stem des Volks will smooren, Gij wordt gesterkt door God; Terwijl ge aan 't muitend rot Zijn' val reeds ziet beschooren: Gij wordt gesterkt door God. [pagina 31] [p. 31] Dat niemand van uw' stoet Een' Dwing'land vall' te voet; Ons band of boeij moog' smeeden! Dat niemand van uw' stoet. Die ooit ter raadzaal klimt, De Vrijheid moog' vertreeden! Hij zij een Burgervrind, Die land en volk bemind, Getrouw aan plicht en eeden! Hij zij een Burgervrind! P. PLUYGERS. Vorige Volgende