Vaderlandsche liederen voor de gewapende studenten(1785)–Anoniem Vaderlandsche liederen voor de gewapende studenten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Eia agite, o socii! Wijs: Ik ben slechts een Herderinne. Gij gordt, braave Jongelingen, 't Staal op zij voor 't Vaderland! Hoort mij u ter eere zingen! 't Vuur, dat in uwe oogen brandt, Toont uw' moed, gij laat u hooren: ‘Schoon tot nog 's Lands Vrijheid kwijn', Wij, uit Bato 's bloed geboren, Willen waare Belgen zijn. [pagina 14] [p. 14] Eer zien we ons ten grafkuil dragen, Eer we ons bukken voor den Dwang, Daar wij goed en leven wagen Voor 's Lands voorspoed en belang; Nimmer duldt de moed der Belgen, Dat, hoe Heerschzuchts donder loeij Ze ooit den hals van Bato's Telgen Aen gevloekte ketens boeij'.’ * * * Hier op zal ik altijd roemen, Dit mij steeds ter harte gaan, Dat ik u mag broeders noemen, Deelen in uw grootsch bestaan. 'k Voel een ed'len gloed in de ad'ren. Vrijheid Zet mijn hart in brand. Schoon ook 't grootst gevaar moog' nad'ren, 'k Wijd mijn bloed aan 't Vaderland. W. LOBÉ med. stud. Vorige Volgende