Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 3
(1859-1860)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 450]
| |
III. Dankbaerheid van Don Juan van Oostenrijk jegens zynen leermeester.Don Juan van Oostenryk, die in 1656 door Koning Philips IV tot Landvoogd over de Spaensche Nederlanden werd benoemd, en met het bestuer van ons vaderland gedurende drie jaren belast bleef, had eenen zeer geleerden jesuiet van Antwerpen, Jan Karel Della Faille, tot leermeester gehad. Deze had zich als professor in de wiskunde, opvolgentlyk te Dôle, te Leuven en te Madrid eenen naem gemaekt, en had ook een paer, voor dien tijd zeer verdienstelyke werken over zijn vak, in het licht gezonden. Hy vergegezelde zynen doorluchtigen leerling op zyne reizen door Catalonië, Napels en Sicilië, en stierf te Barcelona, in geur van heiligheid, in 1654. Don Juan, by wien Della Faille steeds in hooge achting gestaen had, deed, ten bewyze zyner erkentenis voor het onderwijs, dat hy van hem genoten had, eene aenzienlyke somme gelds besteden voor het vieren van een allerplechtigst uitvaert en voor het oprichten van een kostbaer praelgraf. Verder vroeg hy aen de Jesuieten als eene gunst, dat zy hem de wiskundige werktuigen, waervan zijn leermeester zich bediend had, zouden willen afstaen.
J.B. Della Faille, l'Idée parfaite du véritable Héros. Amst. 1700 in-8o 2e Partie, bl. 96. - De Backer, Bibliothèque des Écrivains de la Compagnie de Jésus. D. II bl. 180. |
|