Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 3
(1859-1860)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 219]
| |
Philips de l'Espinoy.By niet eenen onzer biographen, zoo als SanderusGa naar voetnoot(1), SweertiusGa naar voetnoot(2), Valerius AndreasGa naar voetnoot(3), FoppensGa naar voetnoot(4), PaquotGa naar voetnoot(5), DelvenneGa naar voetnoot(6), enz. vindt men de geboorteplaets van Philips de l'Espinoy opgegeven. Paquot zegt, dat hy in Vlaenderen omtrent het jaer 1552 ter wereld kwam en, in eenen gevorderden ouderdom, omtrent 1633, stierf. Zonderling genoeg, men vindt niets naders bepaeld omtrent eenen schryver, die zich zelven zoo veel moeite heeft gegeven om, in zyne Recherche des Antiqvitez et Noblesse de Flandres, de adellyke geslachten van Vlaenderen te doen kennen en op te helderen. Philips de l'Espinoy, na gedurende lange jaren in de spaensche legers gediend te hebben, vestigde zich te Gent, om zich geheel aen geschied- en geslachtkundige opsporingen te kunnen overgeven. Vermits hy zich met der woon in Vlaenderens hoofdstad had neêrgezet, kon Sanderus hem zeer wel onder de beroemde Gentenaren tellen. Hy verdiende dit des te meer, daer het Poortersboek van 1542-1651, op het stedelyk archief berustende, ten bewyze strekt, dat Philips de l'Espinoy met zyne drie kinderen op den 18den Mei 1618 het burgerrecht bekwamen. | |
[pagina 220]
| |
Men leest daer immers bl. 225: Hedent, desen XVIIIen van Meye, 1618 wordt alhier, by consente van mijne heeren schepenen van der Kuere, up het rapport vanden secretaris Kerchove, als poorter bekent ghestelt: Jor Phls de l'Espinoy, heere van Cappelle, om te gauderen ende ghenieten vande liberteyten vande voors. stede van Ghendt, conforme der Concessie ende Ordonnantie Caroline, vanden jaere lesten April XVc veertich. - Voorts worden hier ooc als poorters bekent ghestelt: Joe Marie ende Franchoise de l'Espinoy metgaders heer Jacques de l'Espinoy, Canonick vande cathedrale kercke van Ste-Baefs, alle kindren vanden voorn. Jor Phls.-Actum als boven. Men hadde dus zeer wel op de Lyst der beroemde Gentenaeren, voorkomende achter de laetste uitgave der Historie van Belgie van Marcus van Vaernewijck, eene plaets voor Philips de l'Espinoy kunnen inruimen. Een werkjen van dien schryver, hetwelk by Paquot en anderen niet opgenoemd staet en weinig voorkomt, is: Prelats, barons, chevaliers, escviers, viles, franchises et officiers principaulx de ceste illustre Duché de Brabant, distincte par offices, recuillie hors des vieulx Registres, Lettres et Cartelaines des Monastères et Viles dès l'an 1300 et la enuiron: Par Philippe de l'Espinoy, escvier, visconte de Therne et seignevr de la Chapelle, etc. A Gand chez Iean vanden Kerckhove, 1628. In-4o van 10 bladen of 20 bladzyden die niet gecyferd zyn. Deze oorspronkelyke uitgave is hoogst zeldzaem; maer hiervan bestaet een nadruk te Brussel, in de verledene eeuw, by den ervaren boekdrukker Ermens, meen ik, van de pers gekomen. Deze kan men bezwaerlyk van den oorspronkelyken onderscheidenGa naar voetnoot(1). Nogmaels werd dit zelfde boekjen te Antwerpen in 1847 herdrukt door de Académie d'Archéologie de Belgique; maer ditmael in-8o van 16 blz. |
|