Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2
(1858)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– AuteursrechtvrijII. Het Geslacht van Robrecht de Fries zou uitsterven.Robrecht de Fries behaelde by den Casselberg eene schitterende overwinning, alwaer de jonge graef van Vlaenderen, Arnold het leven verloor, en de legerbenden van dezes moeder, welke door de franschen ondersteund was geworden, uit een werden geslagen. Maer hy vreesde toch den koning van Frankrijk, en uit dien hoofde zond hy boden naer keizer Hendrik, om van hem onderstand te bekomen. Toen de boden op weg waren kwam hun een wijf te gemoet, die hun aensprak: ‘De keizer, “zegde zy,” zal u goedwillig aenhooren; doch omdat uw graef aen den eed, dien hy te Oudenaerden gedaen heeft, niet getrouw is gebleven, zal zijn geslacht uitsterven. Er zal een komen uit Denemarken, die den troon zal beklimmen; deze zal ook geene kinderen nalaten. Dan zullen er twee optreden, de een uit het Oosten, de ander uit het Westen, die te samen zullen vechten; maer die uit het Oosten zal de overwinning behalen, en zyne nazaten zullen tot op de komst toe van Antechrist blyven voort bestaen.’ Na dit gezegd te hebben verdween het wijf.
Aegidii de Roya Annales Belgici, bl. 21, in Sweertii rerum Belgicarum Annales, Chronici et Historici, Francof. 1620, in-fol. |
|