hitte, onuitstaanbaar de benaauwde lucht, oorverdoovend het geschreeuw en gehuil, dat de kleinen maakten.
Het verwonderde mij, dat die kleinen allen zoo het oog gevestigd hadden op eene groep kinderen, die neer gehurkt op den grond zaten. Ik verstoutte mij daarnaar eens te vragen.
‘Och, die bl..sems z..pen den heelen dag!’ kreeg ik van den opvoeder der jeugd ten antwoord. En nu eerst bemerkte ik, dat die kleinen rondom eenen grooten steenen pot geschaard waren, waaruit ze met een kroesje water schepten. - -
En toch liet onze man zich nog al iets voorstaan op zijne inrigting, want toen ik hem vroeg, of die kinderen per dag betaalden en hoeveel, antwoordde hij: ‘per dag, meneer? Je mot niet denken, dat ik zoo'n gemeen krotje van 'n cent er op na houdt, het binne fatsoenlijke lui's kinderen, die drie stuivers in de week betalen, komme of niet!’
Arme kinderen! Ontaarde ouders, die geen beteren weg met hunne kinderen weten, dan ze daar heen te zenden!!
Om niet te uitvoerig te worden, heb ik het bovenstaande bij fragmenten meêgedeeld.
Eerst hoopte ik nog, dat de schrijver wat zwart gekleurd en daarenboven eene uitzondering had meêgedeeld, maar helaas! eenige bladzijden verder las ik:
‘De voorbeelden, die wij hier aangevoerd hebben, beschouwe men echter geenszins als uitzonderingen: in den embarras du choix hebben wij slechts een greep gedaan,’
Hierna volgt een verslag over de zoogenaamde voorbereidingsscholen, hetwelk niet veel gunstiger uitvalt en daarna komen de scholen door vereenigingen gesticht. 't Is onbegrijpelijk hoe uitvoerig en naauwkeurig de schrijver alles behandelt. Niet het geringste is vergeten. Na de gebouwen, schoolmeubelen, hulpmiddelen bij het onderwijs, en bepalingen tot regeling van het inwending bestuur der scholen onderzocht, beoordeeld en met uitvoerige tabellen toegelicht te hebben, levert hij nog eene schoolstatistiek, welke letterlijk niets overslaat. Ik herhaal het; men is verbaasd of beter gezegd, men heeft eerbied voor het taai geduld en de volhardende naauwkeurigheid, waarmede de schrijver zijne bouwstoffen heeft verzameld. Menigeen zal daaruit moeten ontwaren, dat vele van die zoo hoog geroemde bewaarscholen nog veel te wenschen overlaten, en de