van iedereen? 't Is de zuivere waarheid, dat ik in de eerste dertig bladzijden plus minus honderd (zegge honderd) fouten heb gevonden, terwijl de interpunctie zoo allerslordigst is, dat men 't met geene woorden kan uitdrukken.
Het lust mij niet, ze op te geven; maar mogt men mijn gezegde in twijfel trekken, dan zal ik het legio duidelijk aantoonen. 't Verwonderlijkste is, dat het laatste gedeelte hierop zulk eene frappante uitzondering maakt. Daarin vindt men geene fouten; daar is de interpunctie goed. Hoe is dat mogelijk? De bestorming van Wognum, de aanval op Haarlem, de gevechten bij Alkmaar: het wezenlijk historisch gedeelte, heb ik met het meeste genoegen gelezen. De stijl is levendig, krachtig; de woorden zijn zeer goed gekozen, en dit alles doet u verwonderd vragen: is dit van dezelfde hand, die het andere gedeelte vervaardigde?
Onzes inziens had de schrijver beter gedaan, wanneer hij alleen de daden van Floris beschreven, en het romantisch gedeelte achterwege had gelaten, Hierin is hij nog niet te huis. Waarom niet?
Kom aan! een proefje ter afwisseling.
Bladz. 61 gaat Floris op de jagt, en na beschreven te hebben, hoe hij vruchteloos eenige herten vervolgt, naderen wij tot 67. Floris hoort gezang, ijlt naar de plek, van waar het komt, en ontdekt op eene zodenbank een meisje. Zij is betooverend schoon! - cela va sans dire - ivoor witte tanden, blanke boezem, zacht glimlachje. Alles in optima forma. De jonkvrouw schrikt en wil vlugten, maar Floris grijpt hare hand (bladz. 69.) Hij vertelt haar op de volgende bladz. dat hij op de jagt is, en als de jonkvrouw (bladz. 71) wil opstaan, zegt Floris: hoor mij aan! Mijne genegenheid voor u kent geene grenzen! Ik kniel aan uwe voeten neder! Schenk mij uw hart!
Bladz. 72. De jonkvrouw weet toch haar fatsoen te houden, en zegt: ‘Heer ridder! wij kennen elkander niet genoeg!’ Maar die zelfde bladzijde is nog niet ten einde, of zij zegt reeds:
‘Heer ridder! Hadewig van Rechem schenkt u hare wederliefde!’ en nog een regel of twee lager noemt zij hem reeds Floris!
Jonge mannen en jonge dochters! Gij leeft in eene eeuw