het sterfbed enz. - alles in een goeden geest en behartigingwaardig, als men het maar geene ‘aanwijzing’ noemt ‘tot oordeelkundig en geregeld bijbellezen.’ Niet onaardig is aangaande de wonderverhalen de volgende aanmerking: ‘Die zoogenaamde wonderzucht (der bijbelschrijvers) veronderstelt werkelijke wonderen of althans de mogelijkheid er van. De kinderlijke fantasie b.v. houdt het stokpaard voor een paard, maar toch wel alleen, omdat het kind een werkelijk paard met zijn ruiter heeft gezien. Zoo zou zich de verbeelding ook aan geen wonder hechten, als er geene werkelijke wonderen geschied waren. Er zouden geene valsche munten zijn, als nergens echte bestonden.’
In hoever het oorspronkelijk Duitsche geschrift vertaald, in hoever ‘bewerkt’ is, kunnen wij niet nazien.