stel in eene andere dan onze moedertaal geschreven is, want waarom men dit doet is ons niet duidelijk, tenzij de schrijver of schrijvers de overtuiging hebben, dat hunne verhandelingen zóó degelijk en geleerd zijn, dat het buitenland er noodzakelijk grooten lof aan moet toezwaaijen. Wij merken daarop slechts aan, dat al wat uitmuntends gedacht of geschreven is in de moedertaal, spoedig in alle bekende talen der aarde wordt overgebragt en vertolkt door anderen die het op prijs stellen; en aan dezulken ontbreekt het toch waarlijk niet! Het verslag aan den minister van B.Z. over het gebruik als voedsel voor den mensch van vleesch van rundvee (vreemde woordvoeging voorwaar!) aan besmettelijke longziekte of aan andere ziekte lijdende, is te meer belangrijk omdat daarin het reeds lang uitgedrukt gevoelen der geleerden is kenbaar gemaakt, dat het vleesch van aan longziekte lijdend of gestorven rundvee niet besmettelijk kan geacht worden. De bijdrage van den heer van Hasselt over: de slangenbeten
van Ceylon bekleedt onder de verdere stukken eene voorname plaats en zou waardig zijn in een ander volks-orgaan te worden opgenomen. Wij dringen bij de leden der Akademie zeer aan op zulk eene inkleeding van hunnen arbeid, die daardoor ook voor minder ingegewijden (en het is toch de geest des tijds om de wetenschappen te populariseren) beter toegankelijk wordt. De eerste waarnemingen met de meridiaan-cirkel aan de nieuwe sterrenwacht te Leijden door F. Kaizer, belooft voor de beoefening der sterrekunde van veel nut te zijn. Met een man als prof. Kaizer aan 't hoofd, moet die verhevene wetenschap zeker nog veel verhevener worden, wij althans koesteren van hem eene groote verwachting en zullen er ons in verheugen weldra eene afbeelding van dat kostbaar werktuig onder de oogen te zien. Ook prof. v.d. Willigen, die in het 2de stuk over Electrische ringen spreekt, toont dat hij de wetenschap met liefde dient en gaarne onderzoekt. De verkregene waarnemingen zijn allezins belangrijk. In het derde stuk vinden wij onder het proces-verbaal der gewone vergadering, dat de heer van Hasselt wijst op de vergiftiging van anijszaad door bijgemengd zaad van de gevlekte scheerling (conium maculatum) waarin hij den wensch uit, om het onderwerp der vervalsching van levensmiddelen op nieuw onder de aandacht der hooge regering te brengen. Wij veroorloven ons den heer v. H.