zoowel van Max als van al de anderen, zooveel mogelijk afgezonderd. 't Is een krachtvol karakter, geene gewone vrouw, virtuose in den zang.
Bij de landing vertrouwt zij zich met naïve openheid aan het geleide van Max. Zij moet een verwant opzoeken, die haar steun op het vreemde terrein zal kunnen zijn; weet echter niet of die nog in leven zal wezen, en wordt, op de eerste navrage naar de plaats waar hij woonde, verpletterend getroffen door het berigt: sedert maanden dood! Zij staat dus in de wijde Amerikaansche wereld geheel alleen! Nu sluiten Mathilde en Max zich aan elkander, als broeder en zuster. Ook de uitzigten van Max om in den handel geplaatst te worden, gegrond op zijne aanbevelingen, worden al dadelijk teleurgesteld en vervliegen spoedig in rook. Eveneens hunne pogingen om er zich vereenigd door te helpen, slaan feil. Zoo scheidden zij, of liever het meisje wilde Max niet tot hindernis zijn, scheidde zich zijns ondanks, om zelve alleen er zich door te slaan. Dit gelukt haar ook, door haar talent als zangeres. Na vele wisseling, en veel strijds, komt zij tot eene fatsoenlijke positie. In den loop harer omzwerving komt zij slechts enkele malen met ‘broeder Max’ in aanraking, maar die ontmoetingen zijn curieus, treffend, roerend. Max intusschen, na veel beproefd te hebben, drijft mede op zijn muziekaal talent, schijnt somwijlen er boven op te komen, maar wordt onverwachts weêr neergeploft, en komt eindelijk, na maanden omdoolen, post varios casus et tot discrimina rerum, uit de Zuiderbuurt weêr even berooid in het Noorden, te New-York, zijn uitgangspunt, terug. Dat zijne togten en ontmoetingen daarbij niet altijd even pleizierig zijn geweest, dat hij wel eens in een netelig conflict geraakte, laat zich denken; evenwel, hij had ook kennismakingen van meer pleizierigen en hem althans voor het oogenblik niet onvoordeeligen aard, en soms al zeer ongedacht. Te Newyork ontmoette hij een minder fijn geconstrueerden land- en reisgenoot, door wiens bemiddeling hij een aanvankelijk onderkomen kreeg in dienst eener handelsfirma, doch weinig schitterend
in 't voornitzigt, want de betrekking was vrij nedrig - die van ‘porter,’ met verpligting om de kantoorlokalen, en zelfs de publieke straat daarvoor, schoon te houden, terwijl zijn nachtleger gespreid was - of liever