nomen worden. Ja, eenigen, van deze telkens wederkeerende persproducten, kunnen nog na jaren met vrucht gelezen worden. Onder deze laatsten rangschikken wij den voor ons liggenden Geïllustreerden Almanak.
De wakkere uitgever, die gedurende een vijftal jaren het lezend publiek aan zich verpligtte door de uitgave van een onderhoudend en zoowel voor litteratuur als kunst nuttig tijdschrift, (ach, waarom staakte hij die uitgave, of liever veranderde den inhoud?) gaat voort, om de producten der gravuurschool ons ieder jaar in den almanak aan te bieden, terwijl de ijverige redacteur daarbij goed geschreven opstellen over nuttige onderwerpen weet te leveren. De jaargang 1862 kan best met zijne voorgangers concurreren.
Onze gevierde novellist Cremer gaf een beeld voor het volk onder den titel: de Koffijvrouw, welk stuk niet genoeg door de volkslasse en vooral door onze dienstbaren kan gelezen en behartigd worden. Zij vooral staan aan de verleidingen bloot, als waarvan er hier onderscheidene geschetst worden. Keller leverde mede eenige beelden in zijne alchimisten, welke wij met genoegen lazen, terwijl Ising ons met zijn woord ter herinnering aan P.A. de Génestet het beeld voor oogen stelde van den man, die ons helaas! in den bloei des levens ontviel, maar wiens naam op veler lippen zal blijven leven.
Wat land- en volkenkennis aangaat, daarvoor zorgden de redacteur in zijne Nederlandsche volksfeesten, twee onbekenden in Japan en de Japannezen en Hollands tulpen- en hyacinthenhandel, en J. ter Gouw in de Strafmiddelen der oude school.
De blikken, die men ons in Leiden doet werpen en Onze bodem bevielen ons mede uitmuntend en zullen gewis de aandacht van velen tot zich trekken en boeijen.
Eindelijk is het meer wetenschappelijke vertegenwoordigd door H.M.C. van Oosterzee's Iets over de Kometen en de beide ongeteekende stukjes de Orchideën en een blik in het menschelijk ligchaam.
Ziedaar het proza van den almanak, welks enkele opgave reeds voldoende kan geacht worden om tot koopen aan te sporen. Maar dat proza wordt aangenaam afgewisseld door eenige poëtische bijdragen, die de waarde van het jaarboekje niet weinig verhoogen.