Dankrede, uitgesproken te Werkendam, op den avond van den 7den Februarij 1861. (Na het wijken des gevaars, waarmede de ijsverstopping deze plaats en omstreken bedreigde.) Door J.P. Kerkhoff, Predikant bij de Hervormde gemeente te Werkendam en de Werken. Uitgegeven ten voordeele van de noodlijdenden te Altforst en Appeltern, Wamel en Leeuwen. Te Gorinchem, bij J. Noorduijn en Zoon, 1861.
Het doel, waarmede deze dankrede uitgegeven werd, staat op den titel vermeld, en de bede des schrijvers, dat Hij, die rijk is in barmhartigheid, ook deze poging tot leniging der rampen van den jongsten watersnood mogt zegenen, bleef geenszins onverhoord. Immers vele honderden exemplaren dezer dankrede zijn verkocht en door het vaderland verspreid. Een woord van aanbeveling behoeven wij dus niet te schrijven. Alleen blijft ons een woord van dankzegging over, en wij plaatsen dat hier met de verklaring, dat het den Eerw. Kerkhoff toekomt, niet slechts om het doel dat hij beoogde, maar ook om het werk dat hij leverde. Zijne dankrede strekt het hart en het hoofd van haren vervaardiger beiden tot eer. Moge zij iets meer uitwerken dan leniging van tijdelijken nood. Strekke zij ook tot verzadiging van den eeuwigen honger van menig onsterfelijke ziel!
X