Nederlands Zeemagt in verband met zijne Overzeesche Bezittingen. To be, or not to be, that is the question. Shaksp. Door J. Boelen, Schout-bij-nacht titulair, Lid van het Hoog Militair Geregtshof. Te Utrecht, bij J.G. Broese, 1859. In 8vo., 74 blz.
De S. geeft zijn doel op te zijn: de gewigtige diensten, welke de zeemagt in Ned. O.I. te verrigten heeft, meer algemeen bekend te doen worden; eenige denkbeelden uiteen te zetten aangaande beginselmatige dienstregeling dier zeemagt. Zijne slotsom is: in Ned. O.I. geene zeemagt, hoedanige ook, afgescheiden van de Ned. marine.
Op zijn terrein is hij geen onbevoegd oordeelaar; zijne redenering mist geene klem, en zijn waardige toon geeft hem regt op bedaard gehoor. Allen belangstellenden, vooral hun die geroepen zijn over 's lands belangen te waken, zij zijn geschrift ter aandachtige lezing aanbevolen. Ook waar aanmerkingen er op te maken mogen zijn, bevat het onmiskenbaar deugdelijke wenken; het leere bedachtzaam zijn, om niet roekeloos het bestaande goede weg te werpen en met schatten gouds te vervangen door wat nieuws, maar wat in de praktijk van minder nut zou blijken. Waar de S. een vlugtigen overstap doet op het gebied der staatshuishoudkunde, toont hij zich minder behoudend, doet zelfs wat grooten, zeer ligt gewaagden sprong, die bij onzen handel en onze nijverheid zeker niet algemeen bijval zou vinden, en denkelijk ook wel niet het resultaat dat de S. er van droomt zou opleveren, maar in tegendeel gevaren, waaraan hij niet schijnt te denken, en die voor het behoud der koloniën ernstig genoeg konden wezen, zoodat ook de best georganiseerde en best bezielde marine er niets zou tegen vermogen. Hij wil vrijheid van