Beter dan iemand, die het vóór hem beproefde, was ook zijn opsteller in de gelegenheid om de geheimen eener kerk te ontsluijeren, die zich naar christus, en wel de alléén zaligmakende noemt, maar inderdaad weinig of niets van het heidendom verschilt. Opdat ieder overtuigd zij dat hij hetgeen hij mededeelt niet van hooren zeggen heeft, doch bij en door ondervinding weet, herinneren wij ook hier wat hij ons in zijn voorberigt verklaart, namelijk: dat hij te Rome geboren is; - dat hij nagenoeg twee en twintig jaren in eene van die plaatsen heeft geleefd, waarin een zeker aantal priesters, die aan de de Jezuiten verwant zijn, zamenwoont; - dat hij zelf, toen hij zijne loopbaan intrad, een hunner warmste vrienden was, en hen, tot dat hij een juister inzigt kreeg in hetgeen de godsdienst eigenlijk is, voor den steun der godsdienst hield; - dat hij gedurende vijftien jaren de bediening van biechtvader heeft waargenomen; - dat hij gedurende acht jaren pastoor is geweest in eene van de voornaamste parochiën te Rome, in die van de Magdalena-kerk; - dat hij gezien was bij zijne kerkelijke overheden, die hem meermalen gewigtige werkzaamheden opdroegen; - dat hij in de meeste kloosters als prediker en biechtvader geroepen werd; - dat hij professor in de theologie was, emeritus censor van de akademie der theologie aan de universiteit te Rome, en lid van verschillende andere akademiën; - dat hij door den kardinaal micara, deken van het Heilig-collegie en een algemeen geacht man, gekozen werd tot examinator zijner geestelijken; - en dat hij, eindelijk, wat de inkwisitie betreft, gedurende tien jaren, de betrekking van kwalificateur of van theoloog der inkwisitie te Rome bekleed heeft, dat er alzoo voor hem niets, die instelling betreffende, geheim kon blijven, dat hij de gevangenissen bezocht, afzweringen aangenomen, schuldigen in de biecht genomen, en verpligt om daarover zijn advies uit te
brengen, groote menigte van processtukken geheel heeft doorzocht.
Aangaande de echtheid der bronnen, waaruit de schrijver zijne mededeelingen putte, en in hoeverre deze vertrouwen verdienen, kan dus geen gegronde twijfel bestaan.
Om zijne zoowel voor Roomschen als Protestanten lezens- en herlezenswaardige brieven in veler handen te brengen,