terwijl ons ook niets bekend is van de zware nederlaag in 1795, in de Saldanhabaai geleden (bladz. 75). Wij meenen ons te herinneren dat het eskader, zonder één enkel schot te doen, voor Elphinstone de vlag streek. - In een volksboek komt het ons wenschelijk voor, dat uitdrukkingen, welke voor eene tweeledige opvatting vatbaar zijn, zoo als Straatvaarders (bladz. 13), of die niet voor ieder verstaanbaar zijn, zoo als glazen (bladz 43) de noodige verklaring erlangen; ook is het ons niet duidelijk wat s. (op bladz. 57) met britsche geus bedoelt.
Onder het lezen meenden wij eene hoogst merkwaardige overeenkomst, ja zelfs gelijkheid op te merken in de wijze en den vorm van voorstelling des s. met die van Dr a.a. van heusden in zijne, aan de Koninklijke militaire Akademie gebruikt wordende, Handleiding tot de kennis der nieuwe Geschiedenis. Wij vergeleken toen de Engelsche oorlogen in beide werken, en zagen, dat wij ons niet hadden vergist. Zoo dit al niet getuigt van veel zelfstandigheid in stijl en inkleeding, het levert toch een ongezocht bewijs op van een buitengemeen trouw geheugen; want, bedriegen wij ons niet, dan heeft de Heer landolt zijne militaire opleiding genoten aan de Akademie te Breda.
Ons lijstje van vergrijpen tegen taal en stijl is vrij groot geworden; doch wij hebben het ter zijde gelegd. Wij meenen de oorzaak dier flaters in eene haastige bewerking en vlugtige correctie te moeten zoeken. Hoe zou het anders onopgemerkt zijn gebleven, dat (op bladz. 26) de zin die met ‘en de vloot’ begint, niet rondloopt? - Op bladz. 12 lezen wij, dat de ruyters vloot, na den slag bij de Etna, de plaats van den strijd verliet en des avonds te Saragossa aankwam. Deze malle drukfout is waarschijnlijk toe te schrijven aan het bezigen van den Italiaanschen naam Siragossa in plaats van het meer gebruikelijke Syracuse. Zijn deze onze vermoedens gegrond, dan wenschen wij den Heer landolt voortaan minder overhaasting en tevens meer zelfstandigheid toe bij de bewerking van 'tgeen hij voor de pers bestemt; zijn arbeid zal er zeker door winnen. Nu voelen wij ons in gemoede verpligt de betuiging af te leggen, dat de indruk, dien zijne Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen bij ons achterliet, niet gunstig is.