voor de voortgaande ontwikkeling der maatschappij, wordt door den Heer meylink in het begin zijner brochure wel niet kort en bondig - integendeel tamelijk ‘breit gehalten’ - maar toch vrij duidelijk uiteengezet. Niettegenstaande deze meerdere voortreffelijkheid welke de nieuwe methode van onderwijs aan de inrigting te Rotterdam verzekert, is het echter verre van den Schr. - en billijkerwijze - dat hij laag zou neêrzien op de inrigting te Groningen.
Laat ons hopen dat de uitkomsten door de Rotterdamsche inrigting geleverd, meer en meer zóó overtuigend blijk geven van de voorkeur aan de hier gevolgde methode te schenken, dat men algemeen de oudere methode laat varen. Zeker is er iets pijnlijks in, om een onderwijs, dat reeds zoovele onmiskenbaar voortreffelijke uitkomsten opleverde in een tijd toen men in het geheel geen raad wist om doofstommen iets te leeren, voortaan geheel op te geven, maar toch mogen we hopen het niet te lang te moeten aanzien, dat het te regt gevierde goede tegenover het betere in de verhouding kome van iets, dat betrekkelijk slecht is. Moge spoedig een grondig onderzoek van onpartijdige, onbevooroordeelde regters de waarde van beide methoden nader bepalen; of de in Rotterdam gevolgde Duitsche methode overal bruikbaarder is dan de in Groningen toegepaste Fransche; of er ook gevallen voorkomen, waar de laatste voordeelen oplevert boven de eerste, en dergelijke.
En dat men zich dan naar deze uitkomsten schikke, zonder af te wachten dat men - hetgeen op den duur niet zou kunnen uitblijven - door de uitkomsten zelven in de rigting van het betere gedreven worde.
a.s.