afleggen hunner belijdenis zullen overhouden, om zich op gelijke schaal in de Kerkelijke geschiedenis, waarvan hier niets, en in de Christelijke geloofs- en zedeleer, die hier slechts naar den leiddraad der Bijbelboeken, en dus zonder orde of zamenhang en zonder achtgeving op de geschilpunten, voorkomt, te bekwamen. Is deze onze vrees echter ongegrond - wie het boek voor hunne leerlingen gebruiken, kunnen best daarover oordeelen - dan stellen wij s.'s arbeid zóó hoog, dat de sterkste aanbeveling ons nog te flaauw zou dunken. En in elk geval onderschrijven we onvoorwaardelijk en met nadruk de in de voorrede gemaakte opmerking: ‘Zelfs voor beschaafde en geoefende gemeenteleden bevat dit leerboek menige aanwijzing tot regt verstand der bijbelschriften en van haren altijd belangrijken inhoud.’
v.p.
Het verslag, dat jaarlijks op verschillende plaatsen wordt uitgebragt aangaande den staat en de werkzaamheden van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, draagt hier en daar ook deze vrucht, dat er opwekkende toespraken worden gehouden om de Bijbelverspreiding aan te bevelen. Geschiedt dit door degelijke, verlichte mannen, dan laten zij doorgaans deze gelegenheid niet voorbijgaan, zonder een woord in het midden te brengen omtrent het eigenaardige van den Bijbel, die door velen soms nog zoo verkeerd wordt beoordeeld. Dit geschiedde in het afgeloopen jaar (28 Oct.) te Amsterdam. Als spreker trad toen Ds. spijker op, wiens naam reeds voldoende is, om iets goeds over den Bijbel te verwachten. Hij stelt die verwachting niet te leur. In zijne opwekkingsrede over ‘de onmisbaarheid en ongenoegzaamheid der Bijbelverspreiding’, (Amst. joannes muller), leert hij ons den Bijbel kennen als een boek, onmisbaar tot verbreiding van Christelijke kennis en zedelijkheid en de Bijbelverspreiding als ongenoegzaam, tenzij dat boek gelezen, verstaan en in zijne heiligende kracht niet belemmerd worde. Wij bevelen deze rede, wegens de nuttige opmerkingen en wenken die er in voorkomen, als een geneesmiddel tegen alle Bijbelvergoding en Bijbelverachting, aan alle vrienden van waarheid en Christelijk leven aan.
Een goed en doeltreffend woord werd er op den jongsten tweeden Kersdag te 's Hage gesproken door Ds. j. moll, bij