productiviteit gemaakt, waar dumas voorgesteld werd, als aan beide handen en voeten met schrijfpennen gewapend. En, had hij alles zelf moeten schrijven, wat op zijn naam is uitgekomen, dan had hij zulk eene tetragraphische natuur wel noodig gehad. Maar het was reeds lang bekend, dat hij op andere wijze zich wist te verdubbelen. Even als men in den handel voor uitgebreide zaken compagnieschappen en vennootschappen aangaat, zoo deed hij in het letterkundige. Volgens eene mode, die in Frankrijk nog al algemeen is, gaf hij vele werken in het licht met dezen of genen medewerker, en hoewel zijn naam dan altijd aan het hoofd van de firma stond, zal het meeste wel niet uit zijne pen gevloeid zijn. Bovendien maakte hij ook ongetwijfeld een ruim gebruik van eene andere vrijheid, die een schrijver en vogue in Parijs zich wel veroorloven mag. Hij leende zijn beroemden naam aan jongere, onbekende schrijvers, en liet hun werk dan voor het zijne doorgaan, en de opbrengst in zijne kas vloeijen, na aftrek van een matig loon. Zulke commanditaire vennooten heeft dumas er zeker verscheidene gehad, anders zou hij onmogelijk zooveel in bijna alle vakken van litteratuur hebben kunnen leveren.
De voornaamste echter dezer vennooten, die soms en commandite, soms in eerlijke compagnieschap met hem gewerkt had, de Heer a. maquet, heeft zijnen compagnon onlangs een formeel proces aangedaan, dat niet weinig opzien heeft gebaard in de letterkundige wereld, maar den lezers van dumas vrij wat licht in de zaak heeft gegeven. Hoewel nu nog veel onzekers overblijft aangaande andere minder bekende vennooten, men weet nu althans, hoe de zaken tusschen den Heer maquet en dumas staan. De eerste komt er voor uit, dat hij slechts in 18 romans heeft medegewerkt, en hij is beleefd genoeg, om ze te noemen. Het zijn de navolgende: Le Chevalier d'Harmental, Sylvandire, Les Trois Mousquetaires, Monte-Christo, (tu quoque, Brute!) Vingt Ans apres, La Reine Margot, La Fille du regent, La Guerre des femmes, La Dame de Montsoreau, La Batard de Mauléon, Le Chevalier de Maison-Rouge, Les Quarante-cinq, Les Mémoires d'un médecin, Le Vicomte de Bragelonne, Olympe de Clèves, L'Ingenue, La Tulipe noire, Ange Pitou. - Nu weten wij althans, dat het de Heer maquet en niet dumas is, dien wij in het genoemde 18tal te