allengs te zien ontwikkelen; onwillekeurig wordt hij zoo door den schrijver meêgevoerd, werwaarts deze hem brengen wil. De Discours van vinet zijn er niets minder om, dat haar vorm zoo weinig gelijkt op dien van onze kanselreden.
Het eigenaardige van colani's geestes-rigting, zooals dit voornamelijk uitkomt in zijne leerreden, is de hooge plaats, die hij in het Christendom toekent aan den persoon van christus. De magt en de invloed der persoonlijkheid van christus, zegt de vertaler zeer juist, ziedaar, volgens colani, het middenpunt des Christendoms. Hij staat hierin met adolphe monod, den bij velen geliefden ontslapene, tegenover den zoogenoemden réveil (de opwekking van het godsdienstig leven, in het begin dezer eeuw van Fransch Zwitserland voor een groot gedeelte van Europa uitgegaan), die onder de leuze van ‘den Bijbel en niets dan den Bijbel’ tot eene letterdienst is vervallen, welke ten hoogste nadeelig is voor het waarachtig geestelijk leven.
Met een devies, zooals colani ons vertoont, zullen zich wel allen kunnen vereenigen, die niet van leerstellige formulen hun heil verwachten, vooral zij, die het uit ervaring leerden inzien, dat ‘dogmatiek wel vult, maar niet voedt, dat het hart niet kan leven bij eene leer of bespiegeling, en het verstand bij onbegrepen leerstellingen mort.’ Wie den naam van colani niet kent, of welligt minder gunstig over dien naam hoorde spreken, hij leze de schoone Voorrede van Dr. pierson's hand, die op eene waardige wijze den arbeid van zijn geestverwant bij ons publiek heeft ingeleid.
Wat wij zeiden omtrent de hooge waarde, door colani toegekend aan den persoon des Zaligmakers, dat ziet gij aanstonds bevestigd in de eerste rede van dezen bundel, die ten opschrift draagt: Jezus Christus. Naar aanleiding der woorden van joannes (Ev. i:9): ‘het waarachtige licht, dat iederen mensch verlicht, kwam in de wereld’, stelt colani christus voor als het levend geweten, waardoor de sluijer wordt weggenomen, die het geweten des menschen omhult. In zich heeft ieder mensch van nature een licht, dat hem besturen moet op zijnen weg. De zonde heeft het verduisterd en bij velen schier uitgedoofd. Maar christus is de zon, waardoor de smeulende vonk op nieuw in eene helderschijnende vlam ontbrandt. Vraagt ge, wie christus dan eigenlijk voor colani is,