staat: doordrongen in plaats van doorgedrongen, en bl. 109: hunne in plaats van hunnen geboortegrond. Ziedaar de eenige taalfoutjes, die wij aantroffen.
Bl. 49 kan men uit de voorstelling van den Heer bosch niet opmaken, dat Leiden reeds vóór den slag op de Mookerheide, door de Spanjaarden ingesloten lag.
Bij de beoordeeling van het gedrag van karel II (bl. 72) mag niet uit het oog verloren worden, dat de Engelsche vorst, de belangen van den jongen prins toegedaan zijnde, onmogelijk Hollandschgezind konde zijn, iets dat ook nog voor volgende tijden bij gelijke omstandigheden niet mag vergeten worden.
Op bl. 96 had de stichting van het Blinden-instituut in 1808 dienen vermeld te worden.
Als de grootste grief tegen napoleon (bl. 101) vinden wij, als gewoonlijk en niet ten onregte, de conscriptie; maar tot welk een besluit moet de leerling komen, wanneer hij eene vergelijking maakt tusschen het gelezene, behoorlijk door den meester toegelicht, en onze nationale (?) militie na den val van den ‘werelddwingeland’?
Wij besluiten met eene opmerking, die niet alleen dit boekske, maar alle ons bekende schoolwerkjes over de Vaderlandsche Geschiedenis geldt, namelijk deze, dat de aardrijkskunde niet genoeg als hulpmiddel voor de geschiedenis gebruikt wordt. Waar toch moet de leerling de Stadingers, het slot Kroonenburg, de Drechterlanders, Rostok, Duins, Uitgeest, Lestoffe, Schooneveld, Kijkduin, Senef, Hoei, Oland (Ö of Oe), Fleurus, Bevisier, Steenkerken, Landen, Neerwinden, enz. enz. vinden? Hoe ligt ware aan den voet der bladzijden eene kleine toelichting gegeven.
De Uitgever heeft voor eene nette uitvoering van het werkje gezorgd.