Vertaler zegt er geen ‘Hollandschen naam’ voor te kennen. Daar zij Was voortbrengt, schijnt zij gelijksoortig te wezen met de Was-bezie van Zuid-Afrika.
Waar de S. onnaauwkeurigheden heeft begaan, wordt hij veelal door den Vertaler teregt gewezen. Zoo wordt b.v., op bl. 210, de uitgifte van klein- papieren- of kaartengeld, stukken van één, twee of drie stuivers, door hildreth tot het jaar 1720 gebragt. De Heer keijzer toont aan, dat zij eerst een wettig bestaan hebben gekregen bij verordening van den 26sten Junij 1722. Het getuigt van groote zorg, wanneer een Vertaler het werk van zijn Auteur steeds met andere werken vergelijkt, om mogelijke dwalingen te verbeteren.
Op verschillende plaatsen vindt men het een en ander aangaande de slaven en de slavernij; de pogingen, om de rassen onvermengd te bewaren, en ook de straffen hun opgelegd. Men ziet daaruit dat de dood van een slaaf, door 't straffen veroorzaakt, niet als moord werd beschouwd; tenzij een wettig en geloof baar getuige onder eede bewees, dat de slaaf moedwillig en uit boosaardigheid was omgebragt.
Wij lezen verder op bl. 306: ‘De negers, die van de Afrikaansche kust werden ingevoerd, en wier nakomelingen thans een zesde deel van de bevolking der Vereenigde Staten uitmaken, waren in geenen deele van ééne natie, taal of geslacht. In één schip werd eene groote verscheidenheid van talen en gewoonten aangevoerd; eene verzameling van onderling ongelukkige vreemdelingen, of welligt erfelijke vijanden, die door geen anderen band dan door dien van dienstbaarheid waren vereenigd,’ enz.
‘In de Anglo-Noord-Amerikaansche koloniën was de natuurlijke vermeerdering van de slavenbevolking groot, 't geen in West-Indië lang niet 't geval was. De vrouwen werden er zelden met den zwaarderen veldarbeid belast. De lange winter waarborgde aan beide kunnen een jaargetijde van rust, die langer duurde dan in West-Indië. De overvloed van levensmiddelen was zoo groot, dat 't goedkooper was slaven aan te telen dan ze te koopen. Zij die in Amerika geboren en op de plantagiën opgevoed waren, overtroffen de ingevoerde Afrikanen klaarblijkelijk, zoowel physiek als intellectuëel.’
Bl. 310: ‘Het gemengd huwelijk met dat mindere ras (de