inhoud aan den titel beantwoordt. Dat geeft ons nu het voordeel, een gevoelen er over te kunnen uitspreken op de ervaring gegrond. Sedert vele maanden, namelijk, heeft deze Tolk dagelijks naast ons gelegen, en zoo dikwijls ons een uitheemsch woord onder de oogen of voor de pen kwam, stelden wij hem op de proef. Wij hebben hem alzoo honderdenmalen opengeslagen en ondervraagd; doch hij heeft die proef glansrijk doorgestaan. Wij kregen, maar op zéér enkele uitzonderingen na, altijd een goed, bondig, duidelijk en volledig antwoord, en niet zelden nog eene wetenschappelijke, historische, of andere bijzonderheid als op den koop toe. Nu gevoelen onze lezers van zelf, hoe noodig en nuttig, ja schier onmisbaar zulk een Handboek kan zijn op de kantoren van handelaren en Industriëlen, maar ook in elke huiskamer waar gelezen wordt; want het is waar, wat de Heer kramers zegt in zijne Eerste Voorrede: ‘Ieder toch weet, hoe de gesprokene taal van het dagelijksche leven en den gezelligen omgang, hoe de geschreven taal in boeken en geschriften van allerlei aard, in dagbladen, maandwerken, aankondigingen enz., hoe de taal van handel, kunst, wetenschap, overvloeit van vreemde woorden, die men vaak niet in hunne volle beteekenis en afkomst verstaat, en verkeerdelijk aanwendt of uitspreekt.’
Het is in onze oogen ook eene groote verdienste van dit boek, dat het den uitheemschen term niet alleen omschrijft, maar in verre de meeste gevallen een goed gevormd Nederduitsch woord er voor aangeeft, en overal waar het te verklaren woord twee of meer beteekenissen heeft, de eigenlijke en letterkundige zin (blijkbaar uit den bijgevoegden etymologischen oorsprong) voorop plaatst. De Kunstwoordentolk is daardoor uitmuntend geschikt niet slechts om vreemde woorden, waar zij voorkomen, in hunne eigenlijke beteekenis en waarde te doen verstaan, maar ook om het onnoodig en afkeurenswaardig gebruik van vreemde woorden van lieverlede te doen ophouden. Het is ook tot dat einde inzonderheid, dat wij dit boek in de handen wenschen van allen die onze rijke en schoone moedertaal nog met allerlei poespas van vreemde woorden ontsieren.
Bij vergelijking met den eersten druk, waarvan wij 't geluk hebben gehad een exemplaar in handen te krijgen, is ons gebleken, dat de tweede zich in vele opzigten gunstig daar-