litteratuur is rijk aan monographieën die zoo wel het Idiotisme als het zoogenaamd Cretinisme tot onderwerp hebben. Gelijk dit niemand bevreemden kan, daar de mensch, ook in zijnen meest gebrekkigen en verbasterden toestand, een waardig voorwerp van onderzoek en natuurstudie blijft, zoo wordt onze bewondering vooral opgewekt door de gelukkige uitkomsten die men verkregen heeft, sedert het onderwerp ook uit een philanthropisch, paedagogisch en praktisch-geneeskundig oogpunt is beschouwd en bearbeid geworden. Naauwelijks zijn er, namelijk, zestien à achttien jaren verloopen, sints men voor het eerst ontdekte dat die ongelukkigen, van zich-zelven onbewuste, stompzinnige en voor alle uitwendige, op het verstandelijk en zedelijk leven inwerkende, invloeden ontoegankelijk schijnende wezens niettemin dikwijls voor ontwikkeling, opvoeding en verstandelijke vorming vatbaar zijn. Die gewigtige ontdekking, waarvan natuurlijkerwijze een nieuw tijdvak in de geschiedenis van het Idiotisme dagteekent, moet aan seguin in Frankrijk en Doctor guggenbühl in Zwitserland toegekend worden. Eerstgenoemde Geneesheer, die onder itard's en esquirol's leiding, de studie der krankzinnigheid als eene specialiteit beoefend, en zich de behandeling der daaraan onderhevige lijders tot zijnen bepaalden werkkring gekozen had, beproefde in het jaar 1838, om een van de in Bicêtre geplaatste idiote kinderen in afzonderlijke behandeling te nemen, ten einde niet alleen den physieken toestand van dat kind te verbeteren, maar ook, zoo mogelijk, zijn verstandsen gemoedsleven te doen ontwaken. De uitkomst overtrof zijne verwachting, en de gunstige door hem verkregen resultaten werden, wat dit bijzondere geval betrof, door esquirol en guersent, als eerste Geneesheeren van genoemd krankzinnigen-gesticht, en later, aangaande vele andere door
hem behandelde gevallen, door orfila en andere bevoegde beoordeelaars bevestigd. Zoo verklaarde, b.v., eene tot onderzoek van seguin's methode benoemde Commissie, waarvan orfila rapporteur was, in 1841, aan den Raad van Bestuur der Parijsche hospitalen, dat het dezen man gelukt was bij idiote kinderen gevoel voor orde en regelmaat op te wekken, hen aan tucht en arbeid te gewennen, hen in lezen, schrijven en rekenen te oefenen, door ligchaams-oefeningen hunne gezondheid te verbeteren, en door eene gepaste en naar hunnen bijzonderen toestand berekende opvoeding, de vermogens van