gaaf. Dit werk toch van den geleerden en godsdienstigen Amerikaan heeft iets geheel eigenaardigs, waardoor het zich van andere zoodanige godsdienstige schriften onderscheidt. De lessen en wenken over de Christelijke pligten zijn doorweven met vele ongezochte, duidelijke, en sterk sprekende voorbeelden, die iets zeer levendigs, onderhoudends en indrukwekkends hebben; zoodat wie eenmaal met het lezen van een Hoofdstuk begonnen is, niet eindigen kan voordat het uit is. Door die voorbeelden worden uit des menschen aardsche betrekkingen zijne hoogere betrekkingen tot God, tot christus en het eeuwig leven opgehelderd, en daarmede allerbelangrijkste wenken voor ouders en opvoeders verbonden.
De vertaling is zoo als wij die van oudijk van putten gewoon zijn; men bemerkt bijna niet dat het eene vertaling is. Min gebruikelijke uitdrukkingen, als, b.v.: ‘hoevenaar’ (bl. 43), voor: landbouwer, vindt men slechts weinige.
†‒.