Bloemen. Keur van Nederlandsche Poëzij. Eerste Verzameling. Tweede druk. In post 8vo. VIII en 224 bl. f :-70; in linnen, met staalplaten, f 1-80. - Tweede Verzameling. In post 8vo. VIII en 232 bl. f :- 70; in linnen, met staalplaten, f 1-80. Te Amsterdam, bij Allart en van der Made. 1856.
Dat de eerste verzameling van deze ‘Bloemen’ bij ons publiek welkom is geweest, blijkt uit den zoo spoedig gevolgden herdruk, en uit eene tweede verzameling waarin wij nog stukken vinden van verscheidene onzer verdienstelijkste Dichters, wier namen in eene Bloemlezing niet mogen ontbreken. Wij hadden wel gewenscht dat de Verzamelaar, de Heer hilman, ons in de Voorrede eenigzins had bekend gemaakt met het beginsel waardoor hij zich bij het bijeenbrengen van deze Bloemlezing heeft laten leiden. Het valt ons uiterst moeijelijk dit hierin op te merken. Als de tweede verzameling begint met ‘Kassandra's voorspelling, door a.w. engelen’, ‘Abraham's kindschheid, door a. des amorie van der hoeven’, ‘Makasser door de Nederlanders veroverd, door a.f. sifflé’, enz., dan is het ons niet doenlijk om den draad te vinden, die zulke stukken aan elkander verbindt, en als wij, zoo voortgaande, verzen aantreffen, die noch door gelijkheid van genre, noch van tijd, noch van talent, bij elkander schijnen te behooren, dan voelen wij den wensch opkomen, dat zij, die zich opgewekt voelen tot het uitgeven van Bloemlezingen, zich eerst bekend maken met de eischen die aan hen gedaan worden. De Heer hilman geeft op: dat hij stukken gaf die van algemeen belang en voor de declamatie geschikt zijn; maar deze uitdrukking is zeker ál te onbepaald, en zulk een doel sluit gewis eene meerdere orde niet uit. Bij een herdruk, dien wij - ook mede door den goedkoopen prijs, waarvoor men een groot aantal van gedichten, en van zeer vele meesterstukjes bijeenvindt - van deze twee verzamelingen verwachten, zoude hierop, meenen wij, nog door den Verzamelaar kunnen worden gelet, opdat zijn arbeid nog meer dienstbaar worde aan de bevordering van de kennis van, en den smaak voor de vaderlandsche
poëzij, die hij lief heeft.