levensloop van den Hervormer-zelven afschrijven: ‘Reinhard van rothenburg, zijn trouwe vriend en beschermer, wilde hem eens op de proef stellen. Op zekeren dag, dat musculus het klooster had verlaten, en in het dorp gegaan was, om Godsdienst-oefening te houden, verscheen reinhard, vermomd en vergezeld van eenige insgelijks verkleede ruiters, voor de deur der kerk, en riep hem met eene dreigende stem naar buiten. Musculus kwam naar buiten, en toen hij de ruiters zag, meende hij dat zij door den Bisschop van Metz waren afgezonden om hem gevangen te nemen en te dooden. Hij behield echter zijne tegenwoordigheid van geest en verzocht de vreemde ruiters dat hij eerst de Godsdienst-oefening ten einde mogt brengen, en dan zou hij gewillig volgen, waarheen men hem brengen wilde. Toen hem dit werd toegestaau, keerde hij in de kerk terug, en ging met zijne prediking voort waar zij afgebroken was, met zulk eene kalmte, dat men geen het minste spoor van vreeze aan hem kon ontdekken. Aan het slot zijner leerrede wekte hij zijne hoorders op tot standvastigheid, trouw en volharding in de belijdenis der waarheid, en in het bijzonder nog tot het bidden zoo voor elkander, en voor zich-zelven, als voor hunnen leeraar, die waarschijnlijk in het volgende oogenblik zou sterven. Nadat hij nu het gebed voor zich-zelven en zijne Gemeente had geëindigd, verliet hij de kerk, en gaf zich over aan zijne vermeende vervolgers, met goeden moed, terwijl zijne aanhangers vol angst en vreeze waren. Toen liet reinhard van rothenburg zijn masker vallen en vertoonde zich in zijne ware gedaante. Vol bewondering omarmde hij den onverschrokken man, die bereid was alles, om des Evangelies wil, te ondergaan, en zelfs zich in den dood over te geven. Hij vermaande hem in deze standvastigheid en getrouwheid te volharden.’
Musculus was niet alleen Prediker en Godgeleerde, maar tevens Latijnsch en Hoogduitsch Dichter. Ook hiervan worden ons eenige stalen medegedeeld, inzonderheid uit zijne epigrammen, waaronder er zijn die in onze schatting eene plaats naast salomo's Spreuken zouden verdienen; b.v. dit: ‘Eene ongewone waarheid veroordeelt men als valsch, maar eene openlijke dwaling wordt voor regt gehouden.’
Iets missen wij hier ongaarne, dat bij eene monographie eigenaartig, ja, wij zouden zeggen onontbeerlijk te huis behoort.