Het Wetboek van Strafregt (Code Pénal), met de wijzigingen daarin aangebragt sedert 1810, en laatstelijk bij de Wetten van 29 Junij 1854, Staatsbl. No. 102 en 103, benevens de opgave van eenige speciale Strafverordeningen; bewerkt door Mr. a.j. van deinse, Raadsheer in het Prov. Geregtshof van Zeeland. Te Middelburg, bij J.C. en W. Altorffer. In kl. 8vo. 156 bl. ƒ 1-40.
De Heer van deinse, reeds gunstig op het terrein van het strafregt bekend door zijne uitgave van ‘Algemeene beginselen van Strafregt, ontwikkeld en in verband beschouwd met de Algemeene Bepalingen der Nederlandsche Strafwetgeving’, heeft een voor de praktijk nuttig werk verrigt door deze bearbeiding van het nog vigerende Wetboek van Strafregt, op de wijze zoo als op den titel staat uitgedrukt.
Men vindt hier de officiële vertaling van den Code Pénal, terwijl de veranderingen sedert 1810 en voornamelijk door de Wetten van 29 Junij 1854 (Staatsblad, No. 102 en 103), houdende: ‘eenige veranderingen in de straffen op misdrijven gesteld’, en: ‘uitbreiding van de regtsmagt der Kantonregters in strafzaken’, in deze materie aangebragt, telkens met verwijzing naar de respectieve Wetten en Artikelen, worden aangeduid, en de alzoo gewijzigde of vervallen bepalingen in curçijf gedrukt zijn, waardoor men met één oogopslag op de hoogte gebragt wordt van hetgeen als Wet geldt.
Beide de Wetten van 29 Junij 1854, benevens eene Alphabetische Lijst van eenige speciale strafverordeningen, met aanduiding van den datum en het nommer van het Staatsblad waarin zij zijn opgenomen, ontvangt men als bijlagen, terwijl eene Alphabetische Inhouds-opgave het geheel besluit.
Ofschoon dus de Heer v.d. weinig meer geeft dan de letter der Wet, achten wij toch dat hij een nuttig werk heeft geleverd, om de duidelijke en beknopte wijze waarop 't is ingerigt. Wij kunnen dan ook zijne uitgave van het Wetboek van Strafregt aan elken Regtsgeleerde, wien de nieuwe uitgave van den Heer Mr. m. schooneveld te duur mogt zijn, gerust aanbevelen.