Beeldenschat, of Aanwijzing en Verklaring van de voornaamste beelden, welke in de Schriften des N. Verbonds worden gevonden. Gedeeltelijk naar het Hoogduitsch van Dr. F.G. Lisco, door N. van der Tuuk, Predikant te 't Zandt. Te Groningen, bij P. van Zweeden. 1855. In kl. 8vo. 107 bl. ƒ: -60.
Ontving het Nederlandsch Godsdienstig publiek vóór verscheidene jaren eene vertaling van ‘De Gelijkenissen van onzen Heer en Zaligmaker opgehelderd en derzelver rijke inhoud ontwikkeld, door F.G. Lisco’ - de Eerw. van der Tuuk meende geen overtollig werk te verrigten met de bearbeiding van dezen ‘Beeldenschat’, waarin hij hoofdzakelijk denzelfden Hoogduitschen Schrijver volgde. Wij vinden hier in alphabetische orde de beelden opgegeven: Aandoen - uitdoen; - Abrahams schoot - schoot des Vaders; - Adam - Christus, enz., en wij moeten erkennen dat wij met eene dergelijke rangschikking niet bijzonder ingenomen kunnen zijn. Wie zal, in het Evangelie lezende van den schoot des Vaders, er toe komen om daarvan eene verklaring te zoeken bij abraham? - Het woord: Trappen (des levens) moet, even als Dienstknecht, Erfenis, Baren, gezocht worden onder het woord: Broeder! Het woord Kaars onder Dag; - Groen en dor hout zouden wij niet op de G., maar op de H. zoeken; - Honden en Zwijnen eischen, al worden zij in de Schrift naauw verbonden, twee artikelen. Wij meenen dat het woord Hoofd onder het woord Ligchaam moet gevonden worden, en niet, omgekeerd, Ligchaam onder hoofd, en nog minder verwachten wij het woord Ligchaam, in een tweede artikel, onder het woord Schaduw behandeld. Jeruzalem staat eerst onder Sina(ï), dan onder Sion, enz. enz. Vraagt men ons echter: of het boekjen niet eene bestaande behoefte helpt vervullen? Wij merken maar ál te dikwijls, dat de beelden en de gelijkenissen, die wij in
de Schriften aantreffen, nog wel eene naauwkeurige verklaring voor de Gemeente behoeven. Er wordt in sommige stichtelijke geschriften en leerredenen van onzen tijd nog al gebruik - wij hadden bijkans geschreven: misbruik - gemaakt