schappij, toegang had tot de door haar bewaarde documenten, anderdeels doordien hij beschikken kon over eenen uitvoerigen Catalogus van de meest belangrijke authentieke stukken, reeds vroeger door wijlen den Heer j. de neufville opgemaakt. Deze lijst van Publicatiën, Plakkaten, Bekendmakingen, enz., wier chronologische optelling ruim dertig bladzijden druks gevorderd heeft, bevat 118 nommers, terwijl die stukken zelve, òf gedeeltelijk, òf in haar geheel overgedrukt, twee honderd en vijf bladzijden innemen. Daarna worden, van bl. 206-267, soortgelijke tot het Buitenland
betrekkelijke Reglementen, Berigten, enz. medegedeeld, zoodat deze, bij de vroegere gevoegd, 132 doorloopende nommers uitmaken en 267 bladzijden beslaan. Over die uitvoerigheid mag men zich echter niet beklagen, dewijl alle die stukken, òf op de redding van drenkelingen betrekking hebben, òf daarmede in eenig verband staan. Met den verderen inhoud van het boek is het eenigzins anders gesteld. Wat den Schrijver er toe gebragt hebbe om ook het Décrêt impérial sur les sépultures en de latere Koninklijke Besluiten ten aanzien van het begraven der lijken in de kerken, benevens andere hierop betrekkelijke stukken te doen herdrukken en aan zijn werk toe te voegen, is niet wel in te zien, daar zij met het daarin behandelde onderwerp in geenerlei onmiddellijk verband staan. Dat zelfde geldt insgelijks, om van de Nalezing niet te spreken, van den op bl. 105-126 door den Schrijver medegedeelden Catalogus van Werken over Drenkelingen, Schijndooden, levend begravenen, enz. Zoodanige lijsten toch hebben in den tegenwoordigen tijd, bij de meerdere volkomenheid en toegankelijkheid der bibliographische hulpmiddelen, eene zeer ondergeschikte waarde. Had de Auteur zich alleen tot de werken over drenkelingen bepaald, dan had daaraan eene grootere volledigheid kunnen gegeven worden. Terwijl nu in die Lijst, b.v., geraud, Essai sur la suppression des fosses d'aisances, en andere soortgelijke titels zijn opgenomen, ontbreken daarentegen de Verhandeling van heller, over eenige verscheidenheden waargenomen bij Drenkelingen, en de door denzelfden Schrijver geleverde Bijdragen tot de behandeling der Drenkelingen, beiden in Hippocrates, Magazijn toegewijd aan den geheelen omvang der Geneeskunde, enz.,
D. II, bl. 176 en volgg. Doch wij onthouden ons van verdere aanmerkingen, die ook hier en daar