Geschiedenis der Evangeliesch Luthersche Gemeente te 's Gravenhage, door F.J. Domela Nieuwenhuis, Hoogleeraar te Amsterdam. Te Amsterdam, bij J.H. Gebhard en Comp. 1854. In gr. 8vo. 109 bl. f 1-:
Wij hebben deze Geschiedenis, door den Hoogleeraar nieuwenhuis beschreven, met opmerkzaamheid gelezen, en getuigen gaarne, dat zij met zorg bewerkt is en tot in alle, ook minder bekende, bijzonderheden afdaalt. Blijkbaar is er een vlijtig gebruik gemaakt van alle bescheiden die te zijner beschikking stonden, en heeft hij niets verzuimd wat dienen kon om zijn werk zoo volledig mogelijk te doen worden. In zoo verre brengen wij hem dan ook lof en eere toe. Maar als men ons nu vraagt: of de Luthersche Gemeente te 's Gravenhage in hare wording, hare lotgevallen, of haren tegenwoordigen toestand belangrijk genoeg is om stof op te leveren tot een historisch verhaal, dat afzonderlijk verdient uitgegeven te worden? dan geven wij, wijzende op den inhoud van dit boekske, een ontkennend antwoord. Waar moet het heen, indien eens elke Hervormde Gemeente van soortgelijke grootte hare eigene geschiedenis, zóó uitvoerig beschreven, wenschte te bezitten? En wat belangstelling kan het opleveren voor het groote publiek, omtrent allerlei kleinere bijzonderheden, die meerendeels betrekking hebben op de uitwendige kerkelijke en finantiële aangelegenheden der Gemeente, zoo volledig te worden ingelicht als hier geschiedt? Wij meenen zelfs dat de Hoogleeraar zijnen tijd en zijne gaven oneindig nuttiger besteden kan, dan aan het zamenstellen van zulk eene, tot op zekere hoogte vrij onbeduidende, geschiedenis. En ware nu nog slechts de innerlijke gesteldheid der Gemeente, haar wasdom en bloei, hare denkwijze en rigting en de persoonlijkheid