in dit vak, aan de Landhuishoudkundige School te Groningen; hij zal daarbij door voorbeelden, door historische herinneringen, door te wijzen op de praktijk der Volkshuishoudkunde, ongetwijfeld zijne discipelen weten te boeijen; maar, voor anderer nut, te wier behoeve het in den boekhandel gegeven is, mogt hij met een enkel woord, als bij tusschenstelling, den te bewandelen weg hebben aangewezen. En, hoe is het met het onvolledige? Ja, ook dit kan de S. uitmuntend aanvullen, - maar dan laat hij zijn leiddraad los; b.v. als hij op bl. 32 de woorden armen en belastingen bezigt, kan hij daarbij in zeer uitvoerige ontwikkeling treden omtrent voorkoming, vermindering, leniging van armoede, enz., omtrent de hoofdverdeeling der belastingen, de meerdere of mindere doelmatigheid van de eene soort boven de andere, enz., - maar zijn boekje laat hem - en zijne navolgers, die het gebruiken mogten - te veel vrij, omdat de schets zich in geene bijzonderheden inlaat.
Wij willen daarom deze aankondiging niet besluiten zonder nog te wijzen op een ander, allerliefst boekje, met het doel geschreven om aan de jeugd de afgetrokken denkbeelden der Volkshuishoudkunde op eene onderhoudende wijze voor te stellen; een boekje, hetwelk met en nevens het hier aangekondigde regt bruikbaar zijn zal; het is wel niet zoo kort, doch, naar rato, wel zoo goedkoop: wij bedoelen de Grondtrekken der Staathuishoudkunde, door w. ellis, uit het Engelsch vertaald door Mr. h. hooft graafland, circa 140 bladz. voor - 90 cents, uitgegeven bij b. dekema, te Utrecht.