Onder de nuttige geschriften van den dag over dit onderwerp behoort zonder twijfel het werkje, dat wij nu aankondigen.
Men vindt er eerst eene aanwijzing van de voedingsmiddelen die beter en in ruimere mate voor het vee kunnen gebruikt worden; zoo als: bedorvene of bevrozene aardappelen; beetwortels, twijgen en schors van vele boomen, wier, gras, klaver, en velerlei loof; een knolwortel, overbies genaamd; ook gedroogde en tot poeder gebragte afval van leder; voorts het gereinigde en door stoom gaar gemaakte vleesch van gestorvene dieren, en grom en ingewanden van visschen.
Als aanbevelenswaardige voedingsmiddelen voor den mensch noemt v.m. de Turksche weit of tarwe, en de pompoenen of kalabassen. Als graansoort, thans minder of wel geheel niet voor den mensch geteeld, noemt hij de haver; voorts wijst hij op de paardeboonen, mangelwortels enz.
Handelend over de zeer noodzakelijke dierlijke voedsels, wijst de Schrijver op melk en karnemelk, op visch, en op beenderengelei, en in het bijzonder op konijnenvleesch. - Hij wijdt een zeer uitvoerig artikel aan de beenderengelei, en haalt vele wetenswaardige bijzonderheden aan, om deze weder ernstig onder de aandacht te brengen. Men ziet daaruit, dat het in onbruik geraken van de beenderengelei méér is toe te schrijven aan de moeite der bewerking, dan aan de verkregene resultaten. Het geheel wordt ook met een plan tot soepbereiding, vooral berustende op het gebruik van beenderengelei, besloten. De zuivere soda wordt daarin tot spoedige weekmaking van de erwten aangeprezen. - Het werkje is der lezing en behartiging waardig, en getuigt van des Schrijvers zucht om den evenmensch te dienen. Eere zij hem daarvoor, en de voldoening van te ondervinden dat hij niet te vergeefs heeft gearbeid.